238_19-5

Welcome

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Welcome

Slide 1 - Diapositive

What's today's plan?
  • Looking back: adjectives
  • Vocabulary
  • Studiemeter
  • Riddle of today:
  • What two keys can’t open any door? (answer at end of class)

Slide 2 - Diapositive

Goals for this lesson:
By the end of this class you'll:
refreshed more words of Unit 4 vocabulary 

Slide 3 - Diapositive

Adjectives = bijv nw
Een bijvoeglijk naamwoord gebruik je om iets of iemand 
te omschrijven. Een bijvoeglijk naamwoord wordt vaak gevolgd door een zelfstandig naamwoord.

That is an amazing girl.
We all love that funny movie.
I think he is a terrible teacher.


Slide 4 - Diapositive

Adjectives
*Je zet een bijvoeglijk naamwoord voor het zelfstandig naamwoord.
*Bij sommige zinnen zet je ze achter het werkwoord.
Dit is bij de volgende werkwoorden: 
to be (am, are, is, was ,were, been), to look, to appear, to seem.


Slide 5 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord (adjective)
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
Het mooie meisje                 The beatiful girl
Een makkelijk vak                  An easy subject
De fantastische show         The fantastic show
Een zelfstandig naamwoord is een ding, dier of mens (en je kunt er vaak de, het of een voor zetten.)

Slide 6 - Diapositive

Wat is een bijwoord?

Slide 7 - Carte mentale

Bijwoord (adverb)
Een bijwoord zegt iets over een werkwoord.   (actie in de zin).


Madonna sings beautifully. ("beautifully" zegt iets over "sings".)


Hoe maak je een bijwoord?

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord of bijwoord?
It is a beautiful ship.

A
Adjective (bijvoegelijknaamwoord)
B
Adverb (bijwoord)

Slide 10 - Quiz

Bijvoeglijk naamwoord of bijwoord?
Jack falls beautifully.

A
Adjective (bijvoegelijknaamwoord)
B
Adverb (bijwoord)

Slide 11 - Quiz

Match the opposite (tegenovergestelde) adjectives
good
lucky
always
quiet
clear
important
untidy
unimportant
never
unlucky
bad
nosy

Slide 12 - Question de remorquage

Als een adjective iets zegt over een zelfstandig naamwoord. Wat zijn hier dan de adjectives?
wel adjective (bijvoeglijk naamwoord) 
Geen adjective (bijvoeglijk naamwoord)
ugly
dog
extremely
dead
carefully
careful

Slide 13 - Question de remorquage

Vocabulary Unit 5

Slide 14 - Diapositive

1. provide

Slide 15 - Question ouverte

2. experienced

Slide 16 - Question ouverte

FILL THE GAP!
3. There are so many new ( uitvindingen )
.................. nowadays, it is incredible!

Slide 17 - Question ouverte

FILL THE GAP:
4. The ............................(ontwikkeling) of children and young children contains 5 areas.

Slide 18 - Question ouverte

TRANSLATE:
5. Stel je voor dat alle mensen
in vrede leven

Slide 19 - Question ouverte

STUDIEMETER TODAY:
timer
10:00

Slide 20 - Diapositive

Next week: speaking & grammar!

Slide 21 - Diapositive

Please don't leave without saying goodbye, cause it's RUDE!

Slide 22 - Diapositive