Rekenen D1 Paragraaf 1.4

                                                          Welkom!


Vak: Rekenen mbo niveau 4
Blok 1 les 5
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1-4

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

                                                          Welkom!


Vak: Rekenen mbo niveau 4
Blok 1 les 5

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



Hoofdstuk 1 Grootheden en eenheden
Paragraaf 1.4 Tijd

Domein 1
Toets 1
Domein 2
Toets 2
Domein 3
Toets 3
Domein 4
Toets 4
Domein 5
Examen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lezen H1


Groep: PBSD 

Vak: Nederlands blok 1

Docent: mevrouw K. van Zaalen

Les 1
Les 2
Les 3
Les 4
Les 5
Les 6
Les 7
Les 8
Les 9
Les 10
Introductie
Par. 1.1
Par. 1.2
Par. 1.3
Par. 1.4
Par. 1.5
Par. 1.6
Par. 1.7
Par. 1.8
TOETS
Wat gaan we doen?
Starten
Opstarten van de les
Kennis activeren
Uitleg par. 1.4 Tijd
Kennis trainen
Maken (selectie van) opdrachten par. 1.4
Kennis checken
Nabespreken (selectie van) opdrachten par. 1.4
Kennis toetsen
Toetsen examenopdracht met toelichting
Afronden
Beantwoorden van individuele vragen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Aan het werk via de korte route
  • Blijf ingelogd in Google.
  • Maak de opdrachten van par. 1.4.
  • Meld je tijdig voor de examenopdracht!
Voortgang
Ik beoordeel je opdracht en voorzie die van een cijfer en persoonlijke feedback. 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Oefenen met de basisvaardigheden
Tijdens de basisroute behandelen we alle lesstof die wordt getoetst bij het examen rekenen. We herhalen daarnaast een deel van de basisvaardigheden. 

Deze week behandelen we een deel van de lesstof over breuken, decimale getallen, procenten en verhoudingen, en tijd en snelheid.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Breuk en decimaal getal (1)

Leerdoelen


  • Ik ken de relatie tussen breuken en decimale getallen.



Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions





0,1 uur =


A
0,6 minuten
B
1 minuut
C
6 minuten
D
16 minuten

Slide 7 - Quiz

0,1 = 1/10 deel van 60 minuten, dus

0,1 x 60 =  6 minuten




90 minuten =


A
1,3 uur
B
1,5 uur
C
1,6 uur
D
1,9 uur

Slide 8 - Quiz

60 minuten = 1 uur 
30 minuten = 1/2 uur

90 minuten : 60 = 1,5 uur





2,25 uur =


A
85 minuten
B
135 minuten
C
145 minuten
D
225 minuten

Slide 9 - Quiz

1 uur = 60 minuten
2 uur = 120 minuten
0,25 uur = 1/4 van 60, dus
60 : 4 = 15 minuten

of 

0,25 x 60 = 15 minuten

120 + 15 = 135 minuten

Tijd en snelheid (1)

Leerdoelen


  • Ik kan tijdseenheden omrekenen.



Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions





Hoeveel tijd zit er tussen 10:15:15 en 11:00:00?
A
44 minuten en 45 seconden
B
45 minuten en 45 seconden
C
84 minuten en 85 seconden
D
85 minuten en 85 seconden

Slide 11 - Quiz

van 10:15:15 naar 10:16:00 = 00:00:45
van 10:16:00 naar 11:00:00 = 00:44:00

00:00:45 + 00:44:00 = 44:45 uur




Hoeveel tijd zit er tussen 10:15:15 en 12:15:30?
A
01:30:45 uur
B
01:30:15 uur
C
02:00:15 uur
D
02:00:45 uur

Slide 12 - Quiz

van 10:15:15 naar 10:16:00 = 00:00:45
van 10:16:00 naar 11:00:00 = 00:44:00
van 11:00:00 naar 12:15:30 = 01:15:30

00:00:45 + 00:44:00 + 01:15:30 = 
02:00:15 uur
timer
5:00
Pauze

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Paragraaf 1.4 Tijd

Leerdoelen


  • Ik kan tijdseenheden omrekenen.
  • Ik kan het tijdsverschil tussen twee tijden berekenen.
  • Ik kan tijd noteren.



Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions





Een etmaal duurt...
A
8 uur
B
12 uur
C
16 uur
D
24 uur

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions





Een half jaar is ...
A
0,5 jaar
B
6 maanden
C
26 weken
D
A + B + C

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions





24,75 uur =


A
1 dag en 45 minuten
B
1 dag en 75 minuten
C
1 dag en 45 uur
D
1 dag en 75 uur

Slide 17 - Quiz

24 uur = 1 dag
0,75 uur = 3/4 deel van 60 = 45 minuten

24,75 uur = 1 dag en 45 minuten


Aan het werk via de basisroute
  • Maak opdracht 2 en 6 van paragraaf 1.4
 

Licentie?
Maak de opdrachten dan online! Dat scheelt je veel tijd!

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Aan het werk via de basisroute
timer
15:00

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Opdracht 2
2a. 1,25 uur x 60 = 75 minuten

2b. 3,5 uur x 60 = 210 minuten

2c. 0,2 uur x 60 = 12 minuten

2d. 3,2 minuten x 60 = 192 seconden


2e. 2,25 minuten x 60 = 135 seconden

2f. 132 seconden : 60 = 2,2 minuten 












Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions





6. Hoeveel minuten en seconden moet Sanne wachten?
A
25 minuten en 31 seconden
B
26 minuten en 31 seconden
C
27 minuten en 31 seconden
D
28 minuten en 31 seconden

Slide 21 - Quiz

15 minuten en 31 seconden tot 2 uur
12 minuten na 2 uur

15:31 + 12 = 27:31

Aan het werk via de basisroute
  • Maak opdracht 11 en 13 van paragraaf 1.4.
 

Licentie?
Maak de opdrachten dan online! Dat scheelt je veel tijd!

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Aan het werk via de basisroute
timer
20:00

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions





11a. Hoeveel uur is het park open op dinsdag 10 mei?
A
6 uur
B
6,5 uur
C
7 uur
D
7,5 uur

Slide 24 - Quiz

van 10:00 tot 17:30 uur = 7,5 of 07:30 uur




11b. Hoeveel tijd hebben Iris en Yannick nog in het park?
A
5 uur en 20 minuten
B
6 uur en 20 minuten
C
5 uur en 40 minuten
D
6 uur en 40 minuten

Slide 25 - Quiz

17:30 - 11:10 = 06:20 




11c. Hoeveel uur is het park in totaal open in mei?
A
211,5 uur
B
217 uur
C
221,5 uur
D
227 uur

Slide 26 - Quiz

20 x 7,5 = 150 uur
11  x 7 = 77 uur

150 + 77 = 227 uur 



13a. Hoeveel dagen heeft Ans na 26 april om haar werkstuk af te maken?
A
18 dagen
B
20 dagen
C
22 dagen
D
24 dagen

Slide 27 - Quiz

4 dagen tot 30 april
6 dagen tot 6 mei
14 dagen uitstel

4 + 6  + 14 = 24 dagen 




13b. Op welke datum moet Ans haar werkstuk inleveren?
A
18 mei
B
19 mei
C
20 mei
D
21 mei

Slide 28 - Quiz

26 april + 24 dagen = 20 mei 
timer
5:00
Pauze

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Paragraaf 1.4 Oefenen voor het examen
Bij het maken van je examen kijken examinatoren niet alleen naar of je het juiste antwoord op de vraag kan geven. Zij willen ook weten hoe je tot dat antwoord bent gekomen. Dat kan je laten zien door een berekening te maken en die op te schrijven. Dat oefenen we bij het maken van de wekelijkse examenopdrachten. 

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Examenopdracht
Bo reist van Spijkenisse naar haar vriendin in Eindhoven.
Ze loopt in 8 minuten van haar huis naar het metrostation.
In Eindhoven moet zij een kwartier lopen naar het huis
van haar vriendin.

Bereken hoeveel minuten Bo van deur tot deur onderweg is.
timer
10:00

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions





Hoeveel minuten is Bo van deur tot deur onderweg?
A
89 minuten
B
98 minuten
C
104 minuten
D
138 minuten

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoe schrijf je dat op bij je examen?
Opdracht a

Bereken eerst de reistijd met de metro en de trein
van 11:34 tot 12:00 uur = 26 minuten
van 12:00 tot 13:29 uur = 1 uur en 29 minuten = 89 minuten
26 + 89 = 115 minuten

Bereken dan de wandeltijd
8 + 15 = 23 minuten 

Bereken dan de totale reistijd
115 + 23 = 138 minuten 

Wat weet je al?
Je weet de reistijd met de metro en de trein.
Die kan je aflezen in het overzicht.

Je weet de wandeltijd.
Die is 8 minuten van het huis van Bo naar het metrostation en 15 minuten van de trein naar het huis van de vriendin.

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Heb je je leerdoelen gehaald?
Leerdoelen

  • Ik kan tijdseenheden omrekenen.
  • Ik kan het tijdsverschil tussen twee tijden berekenen.

Heb je je licentie besteld, geactiveerd en gekoppeld?
Dan mag je de les nu verlaten!
Volgende week

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Je hebt nog 1 week om je licentie te bestellen
  • Bestel de licentie voor NU Rekenen.
  • Activeer je licentie voor NU Rekenen.
  • Koppel je aan Maas College Rotterdam.
  • Koppel je aan klas met de klascode. 

Slide 35 - Diapositive

GROEP MAANDAG
School : MAAS COLLEGE ROTTERDAM
Klas : 295199
Methode : NU Rekenen niveau 4

GROEP DONDERDAG
School : MAAS COLLEGE ROTTERDAM
Klas : 357965
Methode : NU Rekenen niveau 4