Maandag 16 juni afkortingen blok 6 over taal

 Afkortingen
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

 Afkortingen

Slide 1 - Diapositive

Afkortingen 
Afkortingen schrijf je op verschillende manieren: met hoofdletters en met kleine letters, met of zonder punten.

Zo schrijf je afkortingen:
-Afkortingen van namen van bedrijven, organisaties en landen schrijf je met hoofdletters: 
BMW, VVD, GB, PSV, RTL, VN

- Afkortingen waarvan je de woorden altijd volledig uitspreekt, schrijf je met punten: 
a.u.b., m.a.w., z.o.z. 

- De meeste andere afkortingen schrijf je met kleine letters, zonder punten: 
vmbo, bh, cv, ov, pin, sms

Slide 2 - Diapositive

Woorden uitleggen
WOORD 1
Afkorting = Op een korte manier een lang woord opschrijven. Met een paar letters.  


Maak een zin met het woord afkorting.
Bijv. is een afkorting van bijvoorbeeld.
Bieb is een afkorting van bibliotheek.
 






timer
1:00

Slide 3 - Diapositive

Wat betekenen de afkortingen in dit appgesprek?

Slide 4 - Diapositive

Wat betekenen de afkortingen in dit appgesprek?

Slide 5 - Diapositive

Meervoud van afkortingen
Als je van een afkorting het meervoud wilt maken, dan doe je dat door 's achter de afkorting te zetten. Kijk maar:
  • dvd's
  • BMW's
  • tv's
  • F16's

Slide 6 - Diapositive

afkortingen

                    z.s.m. leren!!!

Slide 7 - Diapositive

§3: afkortingen - drie regels
1. afkortingen van namen van bedrijven, organisaties en landen schrijf je met hoofdletters.
2. Afkortingen waarvan je de woorden volledig uitspreekt, schrijf je met punten.
3. De meeste andere afkortingen schrijf je met kleine letters zonder punten

Slide 8 - Diapositive

Afkortingen

  1. Afkortingen van bedrijven, organisaties en landen: HOOFDLETTERS

IKEA, CDA, RTL, NL

Slide 9 - Diapositive

Afkortingen

2. Afkortingen waarvan je de woorden altijd voluit uitspreekt: PUNTEN ertussen

s.v.p. - o.a. - z.o.z.

Slide 10 - Diapositive

Noteer zoveel mogelijk afkoringen.

Slide 11 - Question ouverte

Wat betekenen deze afkortingen?
p.p. o.a. enz.

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Vidéo

Sleep de afkortingen naar de juiste plek?

Slide 15 - Question de remorquage

Vaak worden op formulieren afkortingen gebruikt.
Zoek de afkorting met de juiste betekenis bij elkaar. 


N.
Mevrouw
Man/vrouw
der
Meneer
M/V
Voorl.
Tussenv.
Dhr. 
Mevr. 

Slide 16 - Question de remorquage

alstublieft
bladzijde
en andere
afkorting
exclusief
afk.
blz.
a.u.b.
e.a.
excl.

Slide 17 - Question de remorquage

Sleep de juiste afkorting op de juiste plek.

cL
mL
L
cc
dL

Slide 18 - Question de remorquage

Wat zijn afkortingen?
afkortingen
km
kom
dr.
arts
bij
bijv.

Slide 19 - Question de remorquage

Veel gebruikte afkortingen
Zoek afkortingen met juiste betekenis
bij elkaar.
M/V
Tel.
Geb. datum
Dhr.
Mevr.
Mevrouw
31-03-1957
Man/vrouw
Meneer
+31694857331

Slide 20 - Question de remorquage

afkorting
letterwoord
intiaalwoord
verkorting
symbool
m.a.w.

Slide 21 - Question de remorquage

afkorting
letterwoord
initiaalwoord
verkorting
symbool
yolo

Slide 22 - Question de remorquage

Huiswerk voor dinsdag 17 juni

Slide 23 - Diapositive