Fictie - les 30 en 31

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo, mavo
• Leerjaar 3,4

16 mei 2025

Regel: Als ik geen les kan geven, dan verlaat je de les en haal je een gele kaart.

Planning

PWS - presentaties

Lezen

Nakijken

Uitleg

Aan de slag

PWS - presentaties

De volgende leerlingen hebben hun presentatie:

Pepijn, Jeremy, Ethan, Adrian

PWS - presentaties

De volgende leerlingen hebben hun presentatie:

Eclesia, Sahra, Firdaus, Wensley, Ekber

Lezen

Lees mee in het verhaal 'dingen die ik haat'.

Weet je niet waar we zijn - dan moet je overschrijven.

Leg uit wat een type is.

Leg uit wat een karakter is.

Nakijken - klassikaal

Les 17: opdracht 1 t/m 7

Les 18: opdracht 2,3,5,6,7

Les 30 - Plot

• Ook wel verhaallijn genoemd. 
  
• Waar de (fictie)tekst uitgebreid over gaat.
• Hoe het verhaal in elkaar zit met alles wat er gebeurt; alle ontwikkelingen, veranderingen en hoe het afloopt. 

Plot spannend maken

1. Wisselen in verhaallijnen van verschillende personages.
2.  De verhaallijn afkappen. Op het moment dat de spanning het hoogst is, stopt het verhaal. Dat noemen we een cliffhanger. 
3.  Ontknoping zo lang mogelijk uitstellen. 
4. Je op het verkeerde spoor zetten. Je denkt te weten wie bijvoorbeeld de dader is, maar dan blijkt het toch iemand anders te zijn. Dit noemen we een plotwending of plottwist. 

Een detective of politieserie begint vaak met de misdaad. Je weet al wat er is gebeurd, alleen nog niet hoe. Hoe noemen we deze techniek?

1. wisselen in verhaallijn
2. cliffhanger
3. uitstellen van de ontknoping
4. plottwist

Het begrip Cliffhanger komt uit het Engels. Waarom zou dit zo heten?

Bij welke techniek zet de schrijver je op het verkeerde been?

1. wisselen in verhaallijn
2. cliffhanger
3. uitstellen van de ontknoping
4. plottwist

Lees fragment 1

In dit fragment zijn 2 plotwendingen aan te wijzen. Welke 2? 

Je kan ze zo in de volgende dia benoemen. 

Welke twee plotwendingen heb je net gelezen?

Fragment 1 komt uit het eerste hoofdstuk van 'De Passievrucht'. In de rest van het boek probeert Armin erachter te komen wie de vader van zijn zoon is. Hoe noem je deze techniek?

1. wisselen in verhaallijn
2. cliffhanger
3. uitstellen van de ontknoping
4. plottwist

Leg uit wat een plot is.

Realistische fictie

• Een verzonnen verhaal kan lijken op de werkelijkheid. 
• Een verhaal is realistisch als het lijkt op de werkelijkheid, geloofwaardig is en geen fantasie-elementen bevat. 

Niet-realistisch

• Als er dingen voorkomen in een verhaal die niet geloofwaardig zijn. 
• Of als er fantasie-elementen voorkomen zoals: tovenaars, zombies en aliëns. 

Waargebeurde elementen

• Een verhaal met waargebeurde elementen blijft fictie.
• Een schrijver voegt dan dingen toe aan het verhaal of verzint er dingen bij. 

Aan de slag

Maken les 31 opdracht 1 t/m 6 en 8, 9