Economie

Wat is je naam?
1 / 34
suivant
Slide 1: Question ouverte
ProjectweekMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Introduction

In de thema modules vertellen bekende Nederlanders waarom het belangrijk is om in actie te komen voor deze thema’s. Jongeren worden gemotiveerd om zelf in actie te komen voor een van de volgende thema’s: klimaat, gelijke kansen, diversiteit, maatschappij en gezondheid. Jongeren worden geïnspireerd en gemotiveerd om in actie te komen voor het klimaat. BN’er Sander Hoogendoorn legt uit waarom hij zich zorgen maakt over zwerfafval. De jongeren worden aan het denken gezet over hun rol in het klimaatprobleem. Ook denken de jongeren na over hoe zij iets kunnen doen voor het klimaat. Aan het eind van de module komen jongeren in actie door mee te doen aan een landelijke challenge: de week zonder vlees!

Instructions

Deze les is ontworpen om klassikaal te geven. Na het afronden van de module komen de jongeren zelf in actie.

KOM MET DE HELE KLAS IN ACTIE
Na het volgen van een module komt de hele klas in actie door een grote challenge uit te voeren binnen het thema. Op deze manier maak je er echt een project van.

Éléments de cette leçon

Wat is je naam?

Slide 1 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions



DIVERSITEIT
Projectweek
Duurzaamheid
mavo-3        ECONOMIE

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Er zijn veel manieren waarop je invloed kunt uitoefenen op het milieu. Wat hoorden jullie al voorbij komen? Ontdek wat jullie samen al weten en kunnen doen met de volgende opdracht!

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

SPEL
Een bal aan kennis
Hoe heb jij invloed op het klimaat? Gooi de bal over tot jullie niets meer kunnen verzinnen

Slide 5 - Diapositive

Pak een voorwerp dat je kunt overgooien en ga allemaal in een kring staan Noem de naam van een ander en gooi het voorwerp naar diegene. Degene die het voorwerp vangt, noemt een manier waarop je in het dagelijks leven al invloed hebt op het klimaat. Hoe draag je bij aan vervuiling/opwarming/etc. of  hoe juist niet? De leerling gooit de bal weer naar een volgende leerling, die iets noemt enzovoort. Het spel is klaar als jullie geen manieren meer kunnen bedenken. Let's go!
Hoe heb jij invloed op het klimaat?

Slide 6 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions


We nemen 40% van alle aarde op de wereld in beslag voor landbouw. Waar wordt de landbouwgrond vooral voor gebruikt?
VRAAG 1
A
Bomen/planten voor de sier
B
Voedsel voor mensen
C
Veehouderij
D
Bomen voor papier

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het juiste antwoord is C, veehouderij. Tweederde van alle landbouwgrond, wordt gebruikt als grasland voor vee. Slechts een derde wordt gebruikt voor akkerbouw. Van de akkerbouw is ook weer eenderde in gebruik voor veevoer

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoeveel voetbalvelden verdwijnen er per minuut door ontbossing?
VRAAG 2
A
10
B
15
C
20
D
30

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het juiste antwoord is D. 30 Voetbalvelden verdwijnen per minuut door ontbossing. Dat zijn 43.200 voetbalvelden per dag.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Regenwouden worden in hoog tempo ontbost. Waarom zijn die nu juist zo belangrijk?
VRAAG 3
A
Meer dan de helft van alle diersoorten woont in het regenwoud
B
Regenwouden stoten grote hoeveelheden zuurstof uit
C
Het regenwoud gaat klimaatverandering tegen
D
Regenwouden voorzien ons van medicatie

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Alle antwoorden zijn goed. Het regenwoud is dus super belangrijk! Toch vermindert het kappen van het regenwoud niet, onder andere omdat we zoveel vlees eten met elkaar en de dieren ergens moeten leven. Laten we daar eens wat dieper induiken...

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


VRAAG 4
Wat is op jou van toepassing?
A
Ik eet elke dag vlees
B
Ik eet vegetarisch
C
Ik eet veganistisch
D
Ik eet niet elke dag vlees

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


VRAAG 5
Wat is op jou van toepassing?
A
Vlees eten is gezond
B
Ik kan niet leven zonder vlees
C
Een gerecht heeft geen vlees nodig om lekker te zijn
D
Een gerecht heeft vlees nodig om lekker te zijn

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


VRAAG 6
Hoeveel procent van al het water op de wereld is zoet en daarmee te gebruiken in huis, de landbouw, industrie, etc.?
A
20%
B
10%
C
5%
D
1%

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het antwoord is D. 1%. Het overgrote deel, wel 97% van al het water op aarde, is namelijk zout. Van het resterende zoete water is 2% bevroren, wat minder dan 1% bruikbaar water overlaat. Daar moeten we dus eigenlijk heel zuinig op zijn!

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Voor vee en hun voedsel is niet alleen land nodig. Hoeveel water is er nodig om een hamburger van 100 gram te kunnen maken?
VRAAG 7
A
770 liter
B
1540 liter
C
1160 liter
D
1830 liter

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het juiste antwoord is B, 1540 liter. Ter vergelijking, voor de productie van een hamburger is net zo veel water nodig als een maand lang iedere dag 6 à 7 minuten douchen. 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


VRAAG 8
Wat veroorzaakt gemiddeld de meeste CO2 uitstoot in een Nederlands huishouden?
A
Kleding en spullen kopen
B
Eten en drinken
C
Autorijden en OV
D
Energie in huis

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het antwoord is A. Kleding en spullen kopen. Eten en drinken komt met 21% op de tweede plek. Feitje: een week als klas geen vlees eten, bespaart evenveel CO2 uitstoot als twee keer op én neer rijden tussen Amsterdam en Parijs.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


VRAAG 9
Doe jij al iets om minder vlees te eten? Hoe pak je dat aan?

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Met z'n allen kunnen we een mega impact maken! Impactmakers Ester en Soraya gingen jullie voor en vertellen hoe zij al in actie zijn gekomen.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions


VRAAG 10
Doe jij al iets om te consuminderen? Hoe pak je dat aan?

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Nancy Bocken is hoogleraar duurzaam ondernemen
zij vertelt over hoe zij denkt over consuminderen

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

OPDRACHT ECONOMIE         Duurzaamheidsweek
                                       Mavo-3

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

UITDAGING 1
Net als Soraya en Ester dagen wij jou uit om van één week GEEN VLEES TE ETEN. 
Wat is jouw reden om geen vlees te eten?

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

CHALLENGE JEZELF
Wil jij jezelf écht uitdagen? Overtuig de rest thuis om mee te doen met de challenge. Door de hele week geen vlees in te kopen maken jullie samen nog meer impact! 

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

UITDAGING 2
Probeer één week lang te consuminderen. 
Wat is jouw reden om te gaan consuminderen?

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

CHALLENGE JEZELF
Wil jij jezelf écht uitdagen? Overtuig de rest thuis om mee te doen met de challenge. Door de hele week te consuminderen maken jullie samen nog meer impact! 

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ga een week met één van de twee uitdagingen aan de slag, maak hier een verslag van.
Je krijgt hier een (1-toets) cijfer voor.
Inleverdatum: 18 juni                                                      Inleverplaats: magister

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inhoud van het verslag (Geef een uitgebreide beschrijving en uitleg!)

1. Inleiding (9 punten)
a. Welke uitdaging heb je gekozen? 
b. Geef ook aan waarom je juist voor deze uitdaging hebt gekozen.
c. Wat dacht je van tevoren over deze uitdaging?

2. Behaalde resultaten (15 punten)
a. Hoe is de uitdaging gegaan?
b. Wat ging goed, en waarom?
c. Wat ging niet zo goed, en waarom? 

3. Evaluatie van de uitdaging(6 punten)
a. Hoe ging je te werk? Was je alleen of deden er gezinsleden mee? 
b. Wat vond je van de  uitdaging?

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions