Willem van oranje en verleden tijd

Geschiedenis van Nederland
in een notendop

UNIT 3 MYP4
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Geschiedenis van Nederland
in een notendop

UNIT 3 MYP4

Slide 1 - Diapositive

Hoe was je vakantie?
Mijn vakantie was .... (My holiday was.....)
Ik ging naar .... (I went to ..)
Ik ben naar ...... geweest (I have been to ...)

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Wat doen we vandaag?
  • Willem van Oranje
  • practise writing/speaking: beschrijven
  • oefenen met werkwoorden in verleden tijd (imperfectum)

Slide 4 - Diapositive

Inquiry questions
Wie was Willem van Oranje? Who was Willem van Oranje?
Wat is het Wilhelmus? What is the Wilhelmus?

Slide 5 - Diapositive

Willem van Oranje 1533 - 1584

Slide 6 - Diapositive

Willem van Oranje (1533-1584)
Willem van Oranje leefde (lived) in de 16e eeuw (century).
Hij was een edele (nobleman).
Hij vocht (fought) tegen Koning Filips 2, de koning van Spanje. 
Willem was de "Vader des Vaderlands"
founding father of the country 

Slide 7 - Diapositive

Willem van Oranje
  • Geboren in Dillenburg in 1533.
  • Heette eigenlijk Willem van Nassau.
  •  Erfde (inherited) het prinsdom  Orange in Frankrijk van zijn neef. Werd nu Willem van Oranje genoemd.
  • Werd vermoord (was killed) in Delft in opdracht van Filips II op 10 juli 1584. 
  • De Noordelijke Nederlanden werden (became)  Nederland.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Lien

Task 15 min
Maak een notitie/write a note:
  1. Wie was Willem van Oranje?
  2. Wanneer leefde hij?
  3. Wat deed (did) hij?
  4. Waarom werd hij vermoord (why was he killed)?
  5. Waar leefde hij?

Slide 10 - Diapositive

phase 3
werkblad invullen

Slide 11 - Diapositive

Grammatica
herhaling verleden tijd
repeat past tense

Slide 12 - Diapositive

Zwakke werkwoorden blijven in een andere tijd hetzelfde klinken.


Regular verbs sound the same in the past tense

Bijvoorbeeld:
wacht - wachtte
dans - danste
kook - kookte
teken - tekende

Slide 13 - Diapositive

-te(n) of -de(n)?

    Vaak hoor je of je

stam + te(n)

of stam + de(n)

moet gebruiken. 


Often, you can hear if you need to use -te or -de because it 'fits' better with the pronunciation.

Regel
Leer de regels uit je hoofd.

Slide 14 - Diapositive

Verleden tijd/past tense
https://zichtbaarnederlands.nl/nl/verbum/imperfectum_perfectum_t_of_d (follow this link for the picture with soft ketchup)
Today focus on irregular verbs

Find out here if a verb is regular/irregular:
https://woordenlijst.org/

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Vul de verleden tijd in/Fill in the past tense
Tom .......... gisteren over zijn ziekte. (praten)
Hij ......... een monnik met een ganzeveer. (tekenen)
De mensen .... niet lang in de Middeleeuwen(leven).
Vroeger ........... mensen naar verhalen. (luisteren)
Willem van Oranje ..... een edelman (zijn)

Slide 18 - Diapositive

oefenen verleden tijd
15 min
Hand in your work when you have finished

Slide 19 - Diapositive

Quizlet oefenen 10 min.
Oefen de woorden in de woordenlijst van de unit Nederlandse geschiedenis in een notendop

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Lien