Nederlands hoofdstuk 11 - herhaling

Nederlands hoofdstuk 11 - herhaling
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nederlands hoofdstuk 11 - herhaling

Slide 1 - Diapositive

Je pakt eerst de houdbare producten in de winkel en daarna de verse producten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

Wat is de goede volgorde van boodschappen doen?
Diepvries friet
Appels
Vaatwastablet
Kaas
Suiker

Slide 3 - Question de remorquage

Noem 1 verschil tussen een huismerk en een A-merk.

Slide 4 - Question ouverte

Noem 1 voorbeeld van een houdbaar product EN 1 voorbeeld van een vers product

Slide 5 - Question ouverte

Als je een vaste route door de winkel loopt, ben je langer bezig.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Als je een boodschappenlijstje maakt, maakt de volgorde niet uit.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Exotisch fruit is fruit dat uit Nederlands komt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Dagelijkse boodschappen zijn producten die je iedere dag gebruikt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Je bent in de supermarkt en je hebt suiker nodig. Je kunt dit niet vinden.

Hoe vraag je om hulp?
Beschrijf de 4 stappen

Slide 10 - Question ouverte

Noem 1 ding dat je kunt doen als er niemand is om hulp aan te vragen.

Slide 11 - Question ouverte

Een klant heeft per ongeluk een pak melk in het gangpad laten vallen. De klant pakt een nieuw pak melk uit het schap en loopt weg.

Wat had de klant anders kunnen doen?

Slide 12 - Question ouverte