W5 L1: Liberalisme

Welkom
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
FilosofieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Welkom

Slide 1 - Diapositive

  1. Herhaling: Contractfilosofen
  2. Herhaling: Positief vs natuurrecht
  3. Herhaling: Positieve vs negatieve vrijheid
  4. Uitleg: Liberalisme
  5. Aan de slag 
Programma

Slide 2 - Diapositive

  1. Lees de uitspraak op het bord.
  2. Doe je ogen dicht
  3. Als de uitspraak waar is doe je je hand omhoog
  4. Doe je ogen pas open als ik het zeg. 
Herhaling

Slide 3 - Diapositive

"Volgens Rousseau is de mens in de natuurtoestand slecht."


-Hand omhoog = waar
-Hand omlaag = niet waar
Herhaling

Slide 4 - Diapositive

"Volgens Hobbes is een slechte dictator beter dan geen leider hebben."


-Hand omhoog = waar
-Hand omlaag = niet waar
Herhaling

Slide 5 - Diapositive

"Rousseau zegt dat we door de samenleving van de goede zelfliefde naar de slechte eigenliefde gegaan zijn."


-Hand omhoog = waar
-Hand omlaag = niet waar
Herhaling
Zelfliefde is goed, het is gebaseerd op medeleven voor andere mensen.
Eigenliefde is slecht, het is gebaseerd op egoïsme en jaloezie.

Slide 6 - Diapositive

"Locke zegt dat in de natuurtoestand de mens voor de mens een wolf is."


-Hand omhoog = waar
-Hand omlaag = niet waar
Herhaling

Slide 7 - Diapositive

Kijk het filmpje over de verklaring van de rechten van de mens.

  1. Leg uit of de mensenrechten volgens het filmpje natuurrechten of positieve rechten zijn.
  2. "Als jij of je ouders geen belasting betalen in Nederland zou je niet naar school mogen."
Gebruik de begrippen natuurrecht en positief recht om uit te leggen dat deze uitspraak het niet eens is met het filmpje
Natuurrecht vs positief recht

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Kijk het filmpje over de verklaring van de rechten van de mens.

  1. Leg uit of de mensenrechten volgens het filmpje natuurrechten of positieve rechten zijn.
  2. "Als jij of je ouders geen belasting betalen in Nederland zou je niet naar school mogen."
Gebruik de begrippen natuurrecht en positief recht om uit te leggen dat deze uitspraak het niet eens is met het filmpje
Natuurrecht vs positief recht

Slide 10 - Diapositive

Negatieve vrijheid: 



Positieve vrijheid:

Ik kan het onderscheid tussen positieve vrijheid en negatieve vrijheid uitleggen, toepassen en beoordelen.

Slide 11 - Diapositive

Negatieve vrijheid: 
Vrijheid die je hebt omdat niets of niemand jou tegen houdt om te doen wat je wilt.

Positieve vrijheid:
Vrijheid die je hebt omdat je de middelen hebt om te doen wat je wilt.
Ik kan het onderscheid tussen positieve vrijheid en negatieve vrijheid uitleggen, toepassen en beoordelen.

Slide 12 - Diapositive

Negatieve vrijheid: 
Vrijheid die je hebt omdat niets of niemand jou tegen houdt om te doen wat je wilt.

Je bent vrij vrij van belemmeringen zoals:
  • Hekken
  • Wetten
  • Verboden
Ik kan het onderscheid tussen positieve vrijheid en negatieve vrijheid uitleggen, toepassen en beoordelen.

Slide 13 - Diapositive

Positieve vrijheid: 
Vrijheid die je hebt omdat je de middelen hebt om te bereiken wat je wilt.

Je hebt genoeg:
  • Geld
  • Intelligentie
  • Gezondheid
Ik kan het onderscheid tussen positieve vrijheid en negatieve vrijheid uitleggen, toepassen en beoordelen.

Slide 14 - Diapositive

-Tot 1954 mochten zwarte mensen in de VS niet naar de universiteit.



-Op dit moment is er in de VS nog steeds ongelijkheid tussen zwarte en witte mensen. Witte mensen gaan meer naar de universiteit en vaak naar betere universiteiten.
Universiteiten in Amerika

Slide 15 - Diapositive

4. Ik kan de ideologie van het liberalisme uitleggen, toepassen en beoordelen.
Dat betekent:
• Ik kan uitleggen dat het liberalisme de vrijheid van het individu zo veel mogelijk wilt beschermen.
• Ik kan uitleggen dat het liberalisme uitgaat van een meritocratie.
• Ik kan het liberalisme herkennen en toepassen.
• Ik kan kritiek leveren op het liberalisme.

Leerdoelen

Slide 16 - Diapositive

  • Wat weet je nog van geschiedenis of maatschappijleer?
  • Welke liberale partijen ken je?
  • Wat vind liberalisme belangrijk?
  • Is Mark Rutte een liberaal? 
Liberalisme

Slide 17 - Diapositive

  • Smalle moraal: De overheid moet zich niet bemoeien met hoe mensen hun leven inrichten, maar alleen zorgen dat mensen dat zelf kunnen doen.

Dus:
  • Zo min mogelijk wetten die de vrijheid van mensen inperken.
  • Wel wetten die ervoor zorgen dat mensen hun vrijheid niet wordt beperkt. 
Ik kan uitleggen dat het liberalisme de vrijheid van het individu zo veel mogelijk wilt beschermen.

Slide 18 - Diapositive

In 2020 wordt een docent op een Franse school vermoord omdat hij in de les een beledigende spotprent over de profeet Mohammed wou laten zien.

De moord bracht veel los, ook in Nederland. Eén discussie die door het nieuws ontstond ging over de vraag of beledigende spotprenten in de les wel of niet kunnen.
Aan de slag

Slide 19 - Diapositive

  • Lees de tekst en beantwoord de vragen onder de tekst.
  • Lever je antwoorden (via een word document of een foto) in via Teams.
  • Doe dit uiterlijk vrijdag 16 Mei
  • Je mag op je laptop werken
  • Werk voor jezelf. 
Aan de slag

Slide 20 - Diapositive

4. Ik kan de ideologie van het liberalisme uitleggen, toepassen en beoordelen.
Dat betekent:
• Ik kan uitleggen dat het liberalisme de vrijheid van het individu zo veel mogelijk wilt beschermen.
• Ik kan uitleggen dat het liberalisme uitgaat van een meritocratie.
• Ik kan het liberalisme herkennen en toepassen.
• Ik kan kritiek leveren op het liberalisme.

Leerdoelen

Slide 21 - Diapositive