Administratie

Administratie
verkopen
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Administratie
verkopen

Slide 1 - Diapositive

Doelen
  • Ik kan uitleggen wat een debiteur en een crediteur is
  • Ik kan aan de hand van bonnen zien of het een contante, verkoopfactuur of inkoopfactuur is. 
  • Ik kan een schema invullen aan de hand van een bon.

Slide 2 - Diapositive

Wat betekent een debiteur?
Tekst

Slide 3 - Question ouverte

Wat betekent een crediteur?

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Diapositive

Wat gebeurt er met mijn bankrekening en debiteuren?
A
Bankrekening debiteer je met €100,50 en debiteuren crediteer je met €100,50
B
Bankrekening crediteer je met €100,50 en debiteuren crediteer je met €100,50
C
Bankrekening debiteer je met €100,50 en debiteuren debiteer je meet €100,50
D
Bankrekening crediteer je met €100,50 en debiteuren debiteer je meet €100,50

Slide 6 - Quiz

Debiteuren
  • Een debiteur is een klant van wie jij nog geld krijgt. 
  • Deze rekening staat aan de debet kant van de balans.
  • Je herkent een debiteur aan een VF (verkooprekening)
  • Als een debiteur betaald, wordt de rekening minder. 

Slide 7 - Diapositive

Crediteur
  • Een crediteur is een bedrijf aan wie jij nog geld moet geven.
  • Deze rekening staat aan de credit kant van de balans.
  • Je herkent deze rekening  aan IF (inkoopfactuur)
  • Je koopt voorraad in

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Bonnen:
K = kassabon --> contante verkoop
IF = inkoopfactuur --> crediteuren
VF = verkoopfactuur --> debiteuren
B = bankafschrift --> bank +

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

wat voor soort schema is dit?
A
Verkoop op rekening
B
Inkoop op rekening
C
Bankafschrift
D
Contante verkoop

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

wat voor soort schema is dit?
A
Verkoop op rekening
B
Inkoop op rekening
C
Bankafschrift
D
Contante verkoop

Slide 14 - Quiz

Opdracht
  • In tweetallen ga je op zoek naar de volgende bonnen: K15004, VF15026, IF15011, K15002, VF15024, K15023
  • Je verwerkt ze in het juiste schema 
  • Klaar? Kom de antwoorden controleren

Slide 15 - Diapositive

Hoe ging deze les? Zijn er tips en tops?

Slide 16 - Question ouverte