Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Welkom bij...
Schooljaar 2024 - 2025
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Deze les:
- terugblik 2.1 (bottenkahoot)
- uitleg 2.2
- zelfstandig bezig
Huiswerk vrijdag nov.
Maken + nakijken 2.2 vraag 1 t/m 14 Leren: bron 1 + bron 2 + begrippen
Slide 3 - Diapositive
PO Waaruit bestaan botten:
Wat ga je onderzoeken? (Onderzoeksvraag)
Waaruit bestaan de twee verschillende soorten weefsels die in botten zitten?
Lees de conclusies hieronder, welke vind je het best en waarom?
A
Een normaal bot is best wel hard en moeilijk te breken een botje dat in loog heeft gelegen is makkelijker te breken en een botje dat in zuur heeft gelegen is heel soepel en niet meer zo stevig.
B
Waaruit bestaan de twee verschillende soorten weefsels die in botten zitten?
Ze bestaan uit lijmstof en kalkzout.
C
Het kippenbotje in zuur kun je niet breken, het is alleen beenweefsel en is buigbaar, het kippenbotje in loog is breekbaarder en alleen maar kraakbeen. Het normale kippenbotje heeft kraakbeen en been weefsels.
D
Ze bestaan uit flexibel vloeistof en de andere zijn hard.
Slide 4 - Quiz
PO microscopie
Wat ga je onderzoeken? (Onderzoeksvraag)
Hoe ziet beenweefsel en kraakbeenweefsel eruit?
Lees de conclusies hieronder, welke vind je het best en waarom?
A
Beenweefsel heeft wat grotere cellen dan kraakbeencellen.
B
In het kraakbeenweefsel zitten allemaal kleine cellen met kleine blauwe stukjes, in het beenweefsel zitten kleine zwarte gaatjes en 2 grote witte gaten
C
Dat er bij beide tussenceltof zit.
D
Kraakbeen bestaat uit een groepje kraakbeen cellen en tussencelstof met lijmstof
En beenweefsel uit tussenstof met veel kalk en beencellen
Slide 5 - Quiz
Wat is kraakbeenweefsel en wat is beenweefsel?
1
2
A
1 = kraakbeenweefsel
2 = kraakbeenweefsel
B
1 = beenweefsel
2 = beenweefsel
C
1 = kraakbeenweefsel
2 = beenweefsel
D
1 = beenweefsel
2 = kraakbeenweefsel
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Diapositive
Wat is geen functie van het skelet?
A
Stevigheid
B
Beweging
C
Bescherming
D
Lengte
Slide 8 - Quiz
Welk bot wordt in de afbeelding aangewezen?
A
Ellepijp
B
Opperarmbeen
C
Spaakbeen
D
Ellenboog
Slide 9 - Quiz
Sleep de woorden en plaatjes naar het juiste type bot.
Zijn rond
geel beenmerg
Beschermen organen
rood beenmerg
Pijpbeenderen
Platte beenderen
stevigheid
Slide 10 - Question de remorquage
Liza zegt: Hoe ouder je bent hoe meer tussencelstof er in je botten zit.
Mark zegt: Hoe jonger je bent hoe meer kraakbeen.
Wie heeft er gelijk?
A
Liza
B
Mark
C
Liza & Mark
D
Geen van beiden
Slide 11 - Quiz
Hoe kun je op een röntgenfoto zien of iemand uitgegroeid is?
Slide 12 - Question ouverte
Sleep de woorden naar de juiste plek in de afbeelding.
tussencelstof veel lijmstof
tussencelstof veel kalk
Beencel
Kraakbeencel
Slide 13 - Question de remorquage
Boek blz 78 - 84
Slide 14 - Diapositive
blz 79
Slide 15 - Diapositive
Als je s ochtends wakker wordt kun je wel 2cm langer zijn dan op het moment dat je ging slapen. Leg uit hoe dit kan.
Slide 16 - Question ouverte
blz 82 - 83
Slide 17 - Diapositive
blz 82
Slide 18 - Diapositive
Is de houding van dit meisje juist?
A
Ja, haar rug is recht
B
Ja, haar telefoon is laag
C
Nee, haar rug is krom
D
Nee, haar nek is krom
Slide 19 - Quiz
Leg in je eigen woorden uit wat een hernia is.
Slide 20 - Question ouverte
Huiswerk vrijdag 22 november.
Maken + nakijken 2.2 vraag 1 t/m 14
Leren: bron 1 + bron 2 + begrippen
Klaar = Oefenen met bronnen leren via biologiepagina.nl