les 1 - H6: Oppervlakte en omtrek

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Welkom

- Pak je wiskunde spullen.

- Start LessonUp op en log in met je eigen naam.

§ 6.1 - Eenheden van lengte en oppervlakte

Hoofdstuk 6 - Oppervlakte en omtrek

Planning

• Opstart les
• Voorkennis ophalen
• Instructie en samen oefenen


• les afsluiting

Zet de eenheden van lengte op de goede volgorde.

Reken de volgende lengtematen om. Laat je berekening zien.
55m = ...hm
0,125km = ...m
1250mm = ...dm

Je gaat 3,2 m en 450 mm bij elkaar optellen.
Wat moet je als eerste doen?

1. Gelijk bij elkaar optellen.
2. Alles in dezelfde maat (eenheid) zetten.

Reken de volgende sommen uit. Laat je berekening zien.
3,2 m + 450 mm = ... mm

Reken de volgende sommen uit. Laat je berekening zien.
1,6 km - 750 m = ... m

Je wilt weten hoe hoog een flatgebouw ongeveer is. Welke vuistregel heb je nodig?

1. Een volwassene is ongeveer 1,80 m lang.
2. Een verdieping is ongeveer 3 m hoog.

Een flatgebouw heeft 8 verdiepingen. Hoeveel meter is de hoogte van het flatgebouw ongeveer?

Beschrijf wat het woord oppervlakte betekent.

Zet de eenheden van oppervlakte van groot naar klein.

dm²

km²

hm²

dam²

mm²

m²

cm²

are

ca

ha

Deze oppervlaktematen worden vaak gebruikt om de grootte van een stuk grond aan te geven.

Reken de volgende lengtematen om. Laat je berekening zien.

7,6dm​2​​=...cm​2​​

17600dm​2​​=...are

6,3 ha = ... ca

Wat moest je ook alweer doen wanneer je wilt rekenen met verschillende eenheden?

1. Eerst alles in dezelfde eenheid zetten.
2. Er is niks nodig, je mag gewoon met verschillende eenheden rekenen.

Een huis staat op een stuk grond van 34 are en 10 ca.

Hoeveel m2 is dat samen?

Maken:

§6.1 (blz. 42)

opgave 4 - 5 - 11 - 15 - 20 - 24

Loop je vast? Lees eerst de theorie!