Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Taalvaardigheid klas 4
Met deze zin wil de schrijver benadrukken dat het onderzoek erg belangrijk is.
A
duidelijk maken
B
extra onder de aandacht brengen
C
overtuigen
1 / 48
suivant
Slide 1:
Quiz
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Cette leçon contient
48 diapositives
, avec
quiz interactifs
.
La durée de la leçon est:
40 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Met deze zin wil de schrijver benadrukken dat het onderzoek erg belangrijk is.
A
duidelijk maken
B
extra onder de aandacht brengen
C
overtuigen
Slide 1 - Quiz
Geef mij een verklaring waarom je te laat bent.
verklaring =
Slide 2 - Question ouverte
Telegramstijl =
A
duidelijk, niet abstract
B
in volledige zinnen
C
met een heel korte manier van opschrijven
Slide 3 - Quiz
Formulering =
A
wat er in de tekst staat
B
lijst met dingen in een bepaalde volgorde
C
woorden die hij gebruikt om iets te vertellen
Slide 4 - Quiz
Kibbelen =
Slide 5 - Question ouverte
Instabiel =
Slide 6 - Question ouverte
Naar de bekende weg vragen =
Slide 7 - Question ouverte
Iemand onder vier ogen spreken =
Slide 8 - Question ouverte
Welk woord moet weg
We hebben bovendien ook tv gekeken
Slide 9 - Question ouverte
Welk woord moet weg
De leraar wil verbieden dat leerlingen niet appen tijdens de les.
Slide 10 - Question ouverte
Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
A
belangrijkste boodschap
B
conclusie
C
toelichting
Slide 11 - Quiz
Wat is het verband tussen deze alinea en de vorige?
A
gebeurtenis
B
samenhang
C
taak
Slide 12 - Quiz
verzoek
feit
volgens
aankondigen
zoals gezegd door
vraag om iets te doen
iets waarvan zeker is dat het zo is
bekendmaken
Slide 13 - Question de remorquage
Wat betekent: Gerelateerd aan?
Slide 14 - Question ouverte
Wat betekent stabiel?
Slide 15 - Question ouverte
Bij welk trefwoord zoek je in het woordenboek: gerestaureerd
Slide 16 - Question ouverte
Bij welk trefwoord zoek je in het woordenboek? gecheckt
Slide 17 - Question ouverte
Je wilt weten wat: blaffende honden bijten niet betekent. Welke woorden zoek je in het woordenboek?
A
blaffen en hond
B
blaffende honden
C
blaffen
D
bijten
Slide 18 - Quiz
Je wilt weten wat ik kan niet heksen! betekent. Welk woord zoek je in het woordenboek?
A
ik
B
kan
C
niet
D
heks
Slide 19 - Quiz
De muis van mijn laptop is kapot.
A
knaagdier
B
onderdeel van een computer
Slide 20 - Quiz
Achter een zin zet je altijd een punt.
A
leesteken
B
opmerking
Slide 21 - Quiz
Vandaag schijnt de zon, maar morgen gaat het weer regenen.
A
toestand van de atmosfeer
B
opnieuw
Slide 22 - Quiz
Maak met elk homoniem twee zinnen.
de jacht het jacht
Slide 23 - Question ouverte
Maak met elk homoniem twee zinnen.
De kussen Het kussen
Slide 24 - Question ouverte
Mijn broertje wil een peil / pijl en boog voor zijn verjaardag.
A
peil
B
pijl
Slide 25 - Quiz
Onze leraar Frans zal de excursie naar Parijs leiden / lijden.
A
leiden
B
lijden
Slide 26 - Quiz
Deze broek zit veel te nauw / nou, heeft u ook een grotere maat?
A
nauw
B
nou
Slide 27 - Quiz
Wat is een synoniem voor schenken?
Slide 28 - Question ouverte
wat is een synoniem voor rekening?
Slide 29 - Question ouverte
Wat is een synoniem voor auto?
Slide 30 - Question ouverte
Wat is een synoniem voor babbelen?
Slide 31 - Question ouverte
Tegengestelde van mening?
A
feit
B
vraag
Slide 32 - Quiz
Tegengestelde van minimaal?
A
medium
B
maximaal
Slide 33 - Quiz
Tegengestelde van vermelden?
A
verzwijgen
B
bekend maken
Slide 34 - Quiz
Wat is een stijlfiguur?
A
bijzonder taalgebruik om een tekst mooier te maken
B
het gebruiken van een overbodig woord dat echt fout is
C
een woord dat hetzelfde klinkt, maar dat je anders schrijft
Slide 35 - Quiz
Welk woord kan weggelaten worden?
Ik heb veel huiswerk en bovendien moet ik ook koken vanavond.
A
bovendien
B
ook
Slide 36 - Quiz
Welk woord kan weggelaten worden?Heb je toestemming om uit te mogen gaan?
A
uit
B
te
Slide 37 - Quiz
Welk woord kan weggelaten worden?We sturen u een reactie in de vorm van een schriftelijke brief.
A
schriftelijke
B
een
Slide 38 - Quiz
Verbeter de zin
De kaartjes kosten wel heel duur.
Slide 39 - Question ouverte
Verbeter de zin
Kun je de post uitsorteren?
Slide 40 - Question ouverte
Verbeter de zin
Kunt u uw gegevens nacontroleren?
Slide 41 - Question ouverte
Kan / Ken je Myra al?
A
kan
B
ken
Slide 42 - Quiz
Het paleis wordt gerenoveerd / gerevalideerd.
A
gerenoveerd
B
gerevalideerd
Slide 43 - Quiz
Mijn haar is langer als / dan dat van jou.
A
als
B
dan
Slide 44 - Quiz
verander het woord
Ik eet elke ochtend een boterham met marinade.
Slide 45 - Question ouverte
verander het woord
Gefeliciteerd met het overlijden van je oma.
Slide 46 - Question ouverte
verbeter de uitdrukking
Rustig aan, ik heb maar een paar mouwen!
Slide 47 - Question ouverte
verbeter de uitdrukking
Er is niets aan de lucht.
Slide 48 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Taalvaardigheid klas 4
November 2021
- Leçon avec
39 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Over taal: nakijken 6 - 12, uitleg homoniem, homofoon, synoniem en tegengestelden
September 2021
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 4
Over taal: nakijken 6 - 12, uitleg homoniem, homofoon, synoniem en tegengestelden
January 2019
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 4
Woordenschat H4 - Extra oefenen
January 2022
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
NU Ned 1F 2F Deel A Woordenschat H2 2.2 De juiste betekenis
July 2022
- Leçon avec
26 diapositives
Over taal: nakijken 6 - 12, uitleg homoniem, homofoon, synoniem en tegengestelden
December 2019
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 4
hfst 2 klas 4M homoniem synoniem tegengestelde Woordenschat
March 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 4
Proefles Woordbetekenissen raden, 0F
July 2018
- Leçon avec
24 diapositives
par
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
MBO
Praktijkonderwijs
vmbo, mavo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo