CVA

CVA
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

CVA

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

CVA!
Hoort niet bij CVA
FAST of GAST
Afasie : 
Taalstoornis 
Halfzijdige / verticale verlamming
'horizontale' verlamming
benauwdheid
fantoompijn

Slide 2 - Question de remorquage

'GAST': Gezicht, Arm, Spraak en Tijd.
Een voorbeeld van een hart- en vaatziekte is een CVA. Wat gebeurt er bij een CVA?

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de symptomen van CVA?
A
Koorts, hoesten en kortademigheid
B
Scheve mond, verwarde spraak en verlammingsverschijnselen
C
Pijn op de borst, zweten en hartkloppingen
D
Hoofdpijn, misselijkheid en duizeligheid

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een risicofactor voor een CVA?
A
Diabetes
B
Hoge bloeddruk
C
Beide bovenstaande
D
Geen van bovenstaande

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep naar de juiste categorie
Juist
Onjuist
Een CVA is een beroerte. 
TIA is een CVA MET blijvende gevolgen
CVA gaat het om een hersenbloeding
CVA: bloedvoorziening hersenen acuut onderbroken
CVA komt meest voor als oorzaak aangeboren hersenletsel.

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

CVA
CVA is de afkorting voor
A
Controleren, verwerken en actie ondernemen
B
Cerebrovasculair Accident.
C
COPD, Vaatziekten en Astma
D
Combinatie van aandoeningen

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij Apraxie ...
A
kun je woorden niet meer vinden
B
Begrijp je de ander niet
C
weet je niet wat je met het voorwerp moet
D
weet je niet welke volgorde je moet

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Alzheimer
hersenbloeding
kleine pasjes en veel beven
ontstoken gewrichten
Parkinson
Dement
Reuma
CVA

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions


Een afasie kan een gevolg zijn van een CVA. Wat is een afasie?
A
taalstoornis
B
onvermogen om objecten te herkennen
C
problemen met de volgorde van handelingen
D
verminderd vermogen om nieuwe informatie te leren

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent CVA?
A
Crisis van vasculaire aandoeningen
B
Chronische vasculaire aandoening
C
Cerebrale variant aanpassing
D
Cerebrovasculair accident

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat te doen bij een vermoeden van CVA?
A
Direct 112 bellen
B
Snel handelen
C
Afwachten
D
Iemand laten slapen

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke leeftijdsgroep loopt meer risico op CVA?
A
Mensen met diabetes
B
Ouderen
C
Tieners
D
Kinderen

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een mogelijk gevolg van CVA?
A
Geheugenproblemen
B
Verhoogde energie
C
Verbeterde spraak
D
Verlies van motoriek

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kun je een CVA herkennen?
A
Hoofdpijn
B
Verlies van kracht
C
Spraakproblemen
D
Vermoeidheid

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een veelvoorkomende oorzaak van een CVA?
A
Hoge bloeddruk
B
Te veel sporten
C
Te weinig slapen
D
Hartproblemen

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions