Cursus 7 - Spelling - TL§4 (verkleinwoorden)

Start les
Zit je op je eigen plek?
Is je mobiel uit het zicht?
Zijn je oortjes uit?
Hangt je jas aan de kapstok?
Zijn je pet en capuchon af?
Je bent stil bij start les.

timer
1:30
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 55 min

Éléments de cette leçon

Start les
Zit je op je eigen plek?
Is je mobiel uit het zicht?
Zijn je oortjes uit?
Hangt je jas aan de kapstok?
Zijn je pet en capuchon af?
Je bent stil bij start les.

timer
1:30

Slide 1 - Diapositive

Planning:
Uitleg TL
Uitleg Havo
Doel
Je weet hoe je verkleinwoorden moet spellen

Slide 2 - Diapositive

Pak je leesboek erbij!
Je gaat 10 minuten lezen.

 
timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

Verkleinwoorden 
Van de meeste zelfstandig naamwoorden kun je een verkleinwoord maken door -je, -tje of -pje erachter te zetten.

Bij verkleinwoorden gebruik je altijd het 
lidwoord 'het'.
Vb.      de boom - het boompje
            de kat - het katje
            de maan - het maantje
           

Slide 4 - Diapositive

Verkleinwoorden (1)
- Woorden die op een korte klank eindigen, worden in het verkleinwoord soms lang:

vb. glas -> glaasje
        pad -> paadje


Slide 5 - Diapositive

Verkleinwoorden (2)
Bij woorden die eindigen op de klinkers a, é, o en u wordt de klinker verdubbeld: 

pizza – pizzaatje; saté – sateetje; 
auto – autootje; paraplu – parapluutje.

Slide 6 - Diapositive

Verkleinwoorden (3)
Bij woorden die eindigen op medeklinker + i verandert de i in ie: taxi – taxietje.

Slide 7 - Diapositive

Verkleinwoorden (4)
Bij woorden die eindigen op een medeklinker + y komt een apostrof: lolly – lolly’tje.

Slide 8 - Diapositive

Enkelvoud

café
auto
taxi
baby
display
bureau


Lastige verkleinwoorden

cafeetje
autootje
taxietje
baby'tje
displaytje
bureautje

Slide 9 - Diapositive

Opdrachten
Maak de opdrachten die online klaarstaan, of werk in je boek.

Slide 10 - Diapositive

Doelen deze les

Je weet hoe je verkleinwoorden moet spellen,
Volgende les


Huiswerk af.

Afsluiting

Zijn er nog vragen?
Controleer of je huiswerk hebt

Slide 11 - Diapositive