Thema 1.3

• MZ
• MBO
• Studiejaar 1

Vragen?

Bij een verstandelijke beperking heeft iemand beperkingen in het intellectuele functioneren en het aanpassingsvermogen.

1. Waar
2. Niet Waar

Er zijn twee manieren waarop je mensen met een verstandelijke beperking kunt indelen: op basis van intelligentie (IQ) en op basis van leeftijd.

1. Waar
2. Niet Waar

De persoon met een matige verstandelijke beperking kan meestal niet goed communiceren.

1. Waar
2. Niet Waar

Een persoon met een meervoudige handicap is meestal geremd in functioneren.

1. Waar
2. Niet Waar

Syndroom van Down is een chromosoomafwijking.

1. Waar
2. Niet Waar

Lichamelijke beperkingen komen vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Waarom?

1. Vrouwen zijn minder ervaren als het gaat om lichamelijk werk, dus raken ze eerder gewond.
2. Vrouwen worden gemiddeld ouder dan mannen. Beperkingen stijgen met de leeftijd.
3. Vrouwen zijn het zwakkere geslacht, waardoor ze eerder problemen ondervinden.

Sleep naar de juiste categorie

Motorische beperking

Orgaanbeperking

Amputatie onderbeen

Chronische leverontsteking

Taalslijmziekte

Dwarslaesie

Ziekte van Crohn ( darmziekte)

Ziekte van Duchenne (spierziekte)

Sleep naar de juiste categorie

Doof

Blind

Let op je intonatie

Vertel wat er te zien is

Benader niet van achteren

Eerst de naam noemen

Aankijken terwijl je spreekt. 

Laat dingen met handen betasten om te begrijpen. 

Progressieve ziekte wordt steeds ............A/B?
De ziekte is vaak .......... C/D? dodelijk.

1. erger
2. minder erg
3. wel
4. niet

Sleep naar de juiste categorie

Juist

Onjuist

Een CVA is een beroerte. 

TIA is een CVA MET blijvende gevolgen

CVA gaat het om een hersenbloeding

CVA: bloedvoorziening hersenen acuut onderbroken

CVA komt meest voor als oorzaak aangeboren hersenletsel.

Wat zou jij doen als je bij een cliënt de verschijnselen van een TIA herkent?

Welke stelling is juist?

1. Alleen een zware epileptische aanval kan noodlottig uitpakken, kortdurende aanvallen vormen geen risico.
2. Hersenletsel heeft vaak niet heel ingrijpende gevolgen.
3. Iemand met epilepsie heeft meestal geen ziekteverschijnselen in de periode tussen de aanvallen.

Leg uit in je eigen woorden:

Dementie

Sleep naar de juiste categorie

Spraakstoornis

Taalstoornis

Afasie is een ..........

Stotteren is een voorbeeld van een ......

Klanken, woorden, zinnen verkeerd UITSPREEKT

Woorden, zinnen verkeerd begrijpt/gebruikt. 

Vanaf nu probeer ik geen huiswerk meer te geven. Deel van de werkboek opdrachten zitten in les verwerkt. 

Les hoofdstuk 1.4 alvast door.