1 Je kunt beschrijven welke keuzes een kaartenmaker maakt bij het maken van kaarten.
Belangrijke keuzes die een kaartenmaker of cartograaf moet maken zijn:
• Schaal: hoe groot is het gebied dat wordt weergegeven? Wordt het een kleinschalige of een grootschalige kaart?
• Lijnen, kleuren en symbolen: op de meeste kaarten worden lijnen, kleuren en symbolen gebruikt waarover de cartograaf beslist. In een legenda wordt vervolgens uitgelegd wat de lijnen, kleuren en symbolen betekenen. Elke lijn, kleur of symbool heeft een andere betekenis. Voor rivieren wordt bijvoorbeeld vaak een blauwe lijn gebruikt. Een stuwdam wordt meestal weergegeven door een klein, zwart streepje.
• Weglaten van informatie: op een kaart kun je allerlei informatie over een gebied zien, maar er is ook veel weggelaten. Afhankelijk van het doel van de kaart neemt de cartograaf daar besluiten over. Als op een kaart geen rivieren zijn getekend, betekent dit niet dat er geen rivieren zijn.
• Overdrijven van informatie: soms worden dingen op een kaart juist overdreven. Zo zijn er kaarten waarop de wegen veel breder zijn afgebeeld dan eigenlijk zou moeten volgens de schaal.