Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
aiToolsTab
Beta
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
klas 2HV - bij Hfd. 2 - Uitleg 2 Vraagzinnen zonder en met vraagwoorden deel 2
Vraagzinnen zonder en met
vraagwoorden
deel 2
1 / 12
suivant
Slide 1:
Diapositive
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Cette leçon contient
12 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Vraagzinnen zonder en met
vraagwoorden
deel 2
Slide 1 - Diapositive
Maak vragend op 2 manieren:
Jij bent ziek.
=
Tu es malade.
Ben jij ziek?
= 1)
Tu es malade
?
= 2)
E
st-ce que
tu es malade
?
Slide 2 - Diapositive
Maak vragend op 2 manieren:
Zij is moe.
=
Elle est fatiguée.
Is zij moe?
= 1)
Elle est fatiguée
?
= 2)
Est-ce qu
'
elle est fatiguée
?
Slide 3 - Diapositive
Maak vragend op 3 manieren:
Vraagzinnen
met
vraagwoord
Waarom
is zij moe?
= 1)
Elle est fatiguée
pourquoi
?
=
2)
Pourquoi
elle est fatiguée
?
= 3)
P
ourquoi
est-ce qu'
elle est fatiguée
?
Slide 4 - Diapositive
Vraag ZONDER vraagwoord - Welke is FOUT?
Eten jullie frietjes ? =...............
A
Vous mangez des frites?
B
Vous mangez des fruits?
C
Est-ce que vous mangez des frites?
Slide 5 - Quiz
Vraag ZONDER vraagwoord - Welke is FOUT?
Heet jij Chris? =...............
A
Tu t'appelles Chris?
B
Tu Chris t'appelles?
C
Est-ce que tu t'appelles Chris?
Slide 6 - Quiz
Vraag ZONDER vraagwoord - Welke is FOUT?
Woont zij in Roden ? =...............
A
Elle habite à Roden?
B
Est-ce que elle habite à Roden?
C
Est-ce qu'elle habite à Roden?
Slide 7 - Quiz
DUS: Een vraag ZONDER vraagwoord is ... (er zijn 2 goede antwoorden - kies ook hier het foute antwoord!)
A
Basiszin + .
B
Basiszin + ?
C
Est-ce qu(e)(') + basiszin + ?
Slide 8 - Quiz
Vraag MET vraagwoord - Welke is FOUT?
Hoe heet jij ? =...............
A
Tu t'appelles comment?
B
Comment est-ce que tu t'appelles?
C
Tu comment t'appelles?
D
Comment tu t'appelles?
Slide 9 - Quiz
Vraag MET vraagwoord - Welke is FOUT?
Wanneer eten jullie frietjes ? =...............
A
Vous mangez des frites quand?
B
Quand est-ce que vous mangez des frites?
C
Quand vous mangez des frites?
D
Vous quand mangez des frites?
Slide 10 - Quiz
Vraag MET vraagwoord - Welke is FOUT?
Waar woont zij ? =...............
A
Elle habite où?
B
Où elle habite?
C
Où est-ce qu'elle habite?
Slide 11 - Quiz
DUS: Een vraag MET vraagwoord is... ( er zijn 2 goede antwoorden - kies hier het foute)
A
B
Basiszin + vraagwoord + ?
C
Vraagwoord + basiszin + ?
D
Vraagwoord + est-ce qu(e)(') + basiszin + ?
Slide 12 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
2C - di. 17/6/2025
1 day ago
- Leçon avec
24 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
2E - wo. 12/6/ 2024
June 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
2C - di. 18/6/2024
June 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
2D - di. 18/6/2024
June 2024
- Leçon avec
23 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
2E - di. 18/6/2024
June 2024
- Leçon avec
14 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Ch. 5, bron H - vraagzinnen + vraagwoorden klas 2havo
March 2025
- Leçon avec
39 diapositives
Frans
Secundair onderwijs
les 10 hv2
September 2020
- Leçon avec
25 diapositives
Frans
Enseignement Secondaire
2vm- Hoofdstuk 5 - Vragen stellen
April 2022
- Leçon avec
29 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2