les 1 Geslachtsorganen

1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 2 - Diapositive

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Ken je de 7 levenskenmerken nog?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk levenskenmerk zorgt ervoor dat een man en een vrouw kinderen kunnen krijgen?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Geslachtsorganen

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kan jij...
-uitleggen welke organen tot het voortplantingsstelsel behoren.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kan jij...
-de delen van de
  geslachtsorganen van een
  man en een vrouw noemen,
  inclusief de overeenkomsten
  en verschillen.


Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kan jij...
-de primaire geslachtskenmerken noemen.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het voortplantingsstelsel
Alle organen die een rol spelen bij de voortplanting.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

                Geslachtskenmerken
Waaraan kun je zien of een pasgeboren baby een jongen of een meisje is?

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Primaire geslachtskenmerken
- Geslachtskenmerken bij de geboorte al aanwezig.
-Kun je deels aan de
  buitenkant al zien.
Hoe herken je een jongen?
Hoe herken je ene meisje?

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

                Geslachtskenmerken
Waaraan kun je zien of een pasgeboren baby een jongen of een meisje is?
aan het geslacht (lichamelijk kenmerk)
Geslachtskenmerken: De lichamelijke kenmerken die het geslacht bepalen.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Primaire geslachtskenmerken
Jongen:

1. penis
2. balzak

Meisje:

vulva
(vulvalippen, clitoriseikel en opening van de vagina).

De overige primaire geslachtskenmerken zijn aan de buitenkant niet zichtbaar; ze liggen in de buik.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Intersekse???

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitwendige geslachtsorganen
zelf lezen bladzijde 9

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitwendige geslachtsorganen
zelf lezen bladzijde 9 en 10

opgave 3 - blz. 11 maken
timer
15:00

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitwendige geslachtsorganen

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inwendige geslachtsorganen
maagdenvlies
____

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inwendige geslachtsorganen

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet het orgaan dat gevoelig is voor prikkels bij de vrouw?

Hoe heet het orgaan dat gevoelig is voor prikkels bij de man?
clitoriseikel
eikel

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitwendige geslachtsorganen

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heten de geslachtscellen van de vrouw?
Waar worden deze geproduceerd?

Hoe heten de geslachtscellen van de man?
Waar worden deze geproduceerd?
eicellen
eierstokken
zaadcellen
teelballen

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



Wat is de functie van de zwellichamen bij zowel de man als de vrouw?

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hormonen
Hormoonklier produceert hormonen.
Gaan via het bloed naar de rest van het lichaam.
De seksuele hormonen zijn testosteron (m) en oestrogeen (V)
stoffen die de werking van organen regelen. Hormonen sturen signalen door.

De hypofyse is een belangrijke hormoonklier voor de voortplantingsorganen. Deze klier ligt aan de onderzijde van de hersenen

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Puberteit
de periode waarin je je ontwikkelt tot volwassene
Hypofyse > stimulerende hormonen
- groeispurt
- rijping eicellen eierstokken
- zaadcellen ontwikkelen in teelballen
> productie geslachtshormonen
De hypofyse is een belangrijke hormoonklier voor de voortplantingsorganen. Deze klier ligt aan de onderzijde van de hersenen
Oestrogenen (V) en testosteron (M)

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lichamelijke veranderingen.
De hormonen  zorgen ervoor dat je lichaam (je uiterlijk) en de werking van je organen verandert. 

Secundaire geslachtskenmerken

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
Bladzijde 11 opdracht 1 en 2

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet het orgaan bij de vrouw dat gevoelig is voor aanraking?
A
maagdenvlies
B
clitoriseikel
C
binnenste schaamlip
D
buitenste schaamlip

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet het deel van het vrouwelijk voortplantingsstelsel waar de eicellen liggen opgeslagen?
A
eileider
B
baarmoeder
C
vagina
D
eierstok

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Nabespreking

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Begrippen uit deze les
1. vulva
2. buitenste schaamlippen
3. binnenste schaamlippen
4. clitoriseikel
5. maagdenvlies



Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Begrippen uit deze les
6. vagina (schede)
7. baarmoeder
8. eileider
9. eierstok
10. 

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 34 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 35 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions