Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
HOOFDSTUK 2
MEDIA
Slide 1 - Diapositive
2.2 Mediasamenleving
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat een mediasamenleving is en hier voorbeelden van geven.
Je kunt twee voorbeelden geven van online-risico's.
Je kunt het verschil tussen traditionele en nieuwe media uitleggen.
Je kunt het verschil tussen publieke en commerciëleomroepen uitleggen.
Slide 3 - Diapositive
Maar eerst nog even dit: Welk genoemd medium behoort niet tot de massamedia?
A
radio
B
tijdschrift
C
krant
D
ansichtkaart
Slide 4 - Quiz
Je leest iedere ochtend de updates op de NOS-app
A
ontspanning
B
contact
C
kennis en nieuws
D
een beeld van jezelf creëren naar de buitenwereld
Slide 5 - Quiz
Als je wakker wordt stuur je als eerste een berichtje naar je beste vriend / vriendin
A
ontspanning
B
contact
C
kennis en nieuws
D
een beeld van jezelf creëren naar de buitenwereld
Slide 6 - Quiz
Zodra je thuis komt van school ga je een half uurtje Fifa25 spelen
A
ontspanning
B
contact
C
kennis en nieuws
D
een beeld van jezelf creëren naar de buitenwereld
Slide 7 - Quiz
Begrippen 2.2
Mediasamenleving
Interactief
Online grensoverschrijdend gedrag
Omroepen
Doelgroep
On demand
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Media
Media zijn overal. We gebruiken ze om te communiceren, les te volgen, overheidszaken te regelen, eten te bestellen, de deurbel te checken enz.
We leven kortom in eenMediasamenleving: voor bijna alles wat we doen, hebben we media nodig.
2007: Eerste smartphone
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Nieuwe media
Media als televisie en radio bestaan al langer, maar zij zijn voorbeelden van eenzijdige communicatie.
Internetmedia zijn interactief, mensen kunnen online direct op elkaars berichten reageren en iedereen kan wat op internet plaatsen.
Omdat het internet nog niet zolang bestaat worden internetmedia ook wel nieuwe media genoemd.
Slide 12 - Diapositive
Online risico's
Het internet en nieuwe media hebben veel leuke kanten maar er zijn zeker ook nadelen:
Schoolwerk van jongeren lijdt onder hun telefoongebruik
Veel jongeren zijn verslaafd aan hun telefoon
Online grensoverschrijdend gedrag neemt enorm toe, mensen durven online veel meer te zeggen dan dat ze in het echte leven zouden doen omdat het anoniem is
Slide 13 - Diapositive
Online grensoverschrijdend gedrag
Gedrag waarbij iemand online iets met jou doet waardoor je je onveilig voelt.
Gevolgen voor het slachtoffer:
gevoelens van angst en onveiligheid
emotionele problemen
gevoelens van minderwaardigheid die zelfs in sommige gevallen kunnen leiden tot suïcide
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Vidéo
Doelgroep: een groep mensen met gemeenschappelijke kenmerken
Alle media houden rekening met een bepaalde doelgroep.
Slide 16 - Diapositive
Traditionele media
Kranten, Tijdschriften, Radio en Televisie worden gerekend tot de traditionele media. Er zijn landelijke en regionale kranten in Nederland.
Omroepen zenden programma's uit op televisie of radio, waarmee ze een groot publiek bereiken. Omroepen hebben leden en de opdracht om het publiek te informeren en te amuseren via radio, tv en internet. Iedere omroep heeft een signatuur, je weet wat je kunt verwachten bij de verschillende omroepen, ze richten zich allemaal op een specifieke doelgroep.
Slide 17 - Diapositive
Landelijke en Regionale kranten:
Verschijnen dagelijks en brengen binnen- en buitenlands nieuws.
Voorbeelden zijn:
AD, de Telegraaf, NRC, De Volkskrant, Trouw. Dagblad van het Noorden, Leeuwarder Courant, PZC (=provinciale Zeeuwse Courant)