Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
6.4
Slide 1 - Diapositive
Huiswerk
Vragen over het gemaakte huiswerk?
Slide 2 - Diapositive
Toetsstof biologie in de toetsweek
Thema 1: Planten en dieren, paragraaf 1.2 en 1.5
Thema 2: Organen en cellen, paragraaf 2.2
Thema 6: Voortplanting bij planten en dieren, paragraaf 6.1 t/m 6.4, 6.7 en 6.8
Slide 3 - Diapositive
Schuif de woorden naar de juiste plaats.
Helmknop
Zaadbeginsel
Stijl
Vruchtbeginsel
Stamper
Stuifmeel
Meeldraad
Slide 4 - Question de remorquage
Haal jij het uit elkaar?
Maak steeds de keuze tussen bestuiving, bevruchting of geen van beide!
Slide 5 - Diapositive
De stuifmeelkorrels van een tulp komen op de stamper van een roos terecht
A
Bestuiving
B
Bevruchting
C
Geen van beide
Slide 6 - Quiz
Een bij brengt de stuifmeelkorrels van een viooltje naar de stamper van een andere viooltje.
A
Bestuiving
B
Bevruchting
C
Geen van beide
Slide 7 - Quiz
De wind brengt de stuifmeelkorrels van een viooltje naar de meeldraad van een ander viooltje.
A
Bestuiving
B
Bevruchting
C
Geen van beide
Slide 8 - Quiz
De stuifmeelkorrels op een stamper maken stuifmeelbuisjes die door de stijl naar beneden gaan.
A
Bestuiving
B
Bevruchting
C
Geen van beide
Slide 9 - Quiz
De kern van de stuifmeelkorrel versmelt met de kern van de eicel.
A
Bestuiving
B
Bevruchting
C
Geen van beide
Slide 10 - Quiz
De wind waait de zaadjes van een paardenbloem richting andere paardenbloemen.
A
Bestuiving
B
Bevruchting
C
Geen van beide
Slide 11 - Quiz
Uit welk deel van de bloem ontstaan de vruchten en de zaden?
A
Uit de helmknop
B
Uit de kelkbladeren
C
Uit de stamper
Slide 12 - Quiz
Leerdoelen
Aan het einde van deze les kan je uitleggen:
- Uit welke deel van de stamper de vrucht ontstaat.
- Uit welke deel van de stamper de zaden ontstaan.
- Uit welke deel van de stamper de kiemplantjes ontstaan.
Slide 13 - Diapositive
Na bevruchting
Na de bevruchting van de eicel(len) vindt er de volgende ontwikkeling plaats: De (bevruchte) eicel ontwikkelt tot een kiemplantje Het zaadbeginsel ontwikkelt tot een zaadje
Het vruchtbeginsel ontwikkelt tot de vrucht.
Slide 14 - Diapositive
Stamper
De stamper (het vrouwelijk voortplantingsdeel van een bloem) bestaat uit de volgende onderdelen:
Stempel
Stijl
Vruchtbeginsel met daarin zaadbeginsels en in ieder zaadbeginsel een eicel
Slide 15 - Diapositive
Stappen van de ontwikkeling van bloem tot vrucht.
Slide 16 - Diapositive
Aantal zaden
Voor ieder zaadje in een vrucht heeft één bevruchting plaats gevonden.
Dus 1 eicel + 1 stuifmeelkorrel
Één kiwi met 500 zaden is ontstaan uit één vruchtbeginsel met daarin 500 zaadbeginsel en 500 stuifmeelkorrels (van de kiwiplant).
Slide 17 - Diapositive
Aan de druiventros hiernaast zitten 21 druiven. Hoeveel vruchtbeginsels waren er betrokken bij het ontstaan van deze tros druiven?
A
1
B
21
C
100
D
dat kun je niet weten
Slide 18 - Quiz
In één druif zitten 5 zaden. Hoeveel zaadbeginsels waren er betrokken bij het ontstaan van deze druif?
A
1
B
5
C
21
Slide 19 - Quiz
Bij het ontstaan van een tros druiven met 21 druiven en 5 zaden per druif waren ...... eicellen betrokken
A
5
B
21
C
105
D
210
Slide 20 - Quiz
Herhaling van H2 ;) Wat is de formule voor de fotosynthese?