1HV - 4.2 Welzijn

Hoe oud wordt jij?
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Hoe oud wordt jij?

Slide 1 - Diapositive

4.2 Welzijn

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Lesdoelen
Uitleg paragraaf 4.2
Check
Opdrachten maken
Afsluiting

Slide 3 - Diapositive

Waarom?
Als je klaar bent met deze paragraaf dan:

weet je hoe je het welzijn van een land meet.
ken je het verschil tussen de informele sector en de formele sector.
weet je dat welzijn meer zegt over levensomstandigheden in een land dan welvaart.

Slide 4 - Diapositive

Welzijn betekent:
Levensomstandigheden in een land

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

HDI - Human development index
Ranglijst met score levensomstandigheden


Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Daarbij wordt gekeken naar
Levensverwachting
Alfabetiseringsgraad 
Koopkracht

Slide 10 - Diapositive

Levensverwachting
Hoe oud wordt iemand?

Hoe oud wordt jij?
1990 - 64
2050 - 77

Slide 11 - Diapositive

Alfabetiseringsgraad
Kan je lezen en schrijven?

Waarom is lezen en schrijven belangrijk?

Slide 12 - Diapositive

Koopkracht
Hoeveel kan je kopen van je inkomsten?

Hebben we in ons land een lage of hoge koopkracht?

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Formele en informele sector
Formele sector: Je baan is bekend bij de overheid

Informele sector: Niet officiële deel van de economie

Slide 15 - Diapositive

Informele sector
Niet-gergegistreerd werk

Geen sociale zekerheid of bescherming
Geen lening/hypotheek
Geen diploma’s, vergunning
Geen belasting
Veel vrouwen en kinderen

Slide 16 - Diapositive

Een schoenmaker op straat die niet staat ingeschreven bij de overheid valt onder de:
A
Informele sector
B
Formele sector

Slide 17 - Quiz

Een supermarktmedewerker met een vast contract valt onder de:
A
Informele sector
B
Formele sector

Slide 18 - Quiz

Een beroep dat hoort bij het niet officiële deel van de overheid valt onder de:
A
Informele sector
B
Formele sector

Slide 19 - Quiz

Maken paragraaf 4.2 
20 minuten

Klaar? Maak de middelste kaartvaardigheid.

Slide 20 - Diapositive

Waarom?
Als je klaar bent met deze paragraaf dan:

weet je hoe je het welzijn van een land meet.
ken je het verschil tussen de informele sector en de formele sector.
weet je dat welzijn meer zegt over levensomstandigheden in een land dan welvaart.

Slide 21 - Diapositive