2. Samenleving en cultuur

De Romeinen:
Jullie gaan in dit hoofdstuk leren over de opkomst en de achteruitgang van het Romeinse rijk. 
3. Je kunt uitleggen hoe de stad Rome werd bestuurd.  

4. Je kunt uitleggen hoe de stad Rome uitgroeide tot een wereldrijk. 
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

De Romeinen:
Jullie gaan in dit hoofdstuk leren over de opkomst en de achteruitgang van het Romeinse rijk. 
3. Je kunt uitleggen hoe de stad Rome werd bestuurd.  

4. Je kunt uitleggen hoe de stad Rome uitgroeide tot een wereldrijk. 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen:

8. Je kunt de sociale verschillen tussen de Romeinen uitleggen.
9. Je kunt de begrippen economie, nijverheid en multiculturele samenleving uitleggen.



Vandaag:

- Bespreken leerdoelen 
- Zelfstandig leren
- Quiz


Slide 2 - Diapositive

Leerdoel 8: 
Je kunt de sociale verschillen tussen de Romeinen uitleggen.

Slide 3 - Diapositive

De Romeinse samenleving

  • Landbouwsamenleving
  • De stad Rome rond het jaar 100 n. Chr. ongeveer 1 miljoen mensen.  

  • De verschillen tussen de Romeinen zijn groot: slechts een klein aantal leeft in grote luxe, terwijl de meesten het zwaar hebben.

Slide 4 - Diapositive

Grootgrondbezitters:
  • Rijke mensen zijn vaak grootgrondbezitters (ze bezitten veel grond). 
  • Meestal wonen ze in villa’s, omdat het in Rome vooral ’s zomers veel te warm, te vol en te vies is. 
  • Op hun landgoed verbouwen slaven graan, druiven en olijven.

Slide 5 - Diapositive

Proletariërs
  • Proletariërs zijn arme Romeinen die vrijwel niets hebben. 
  • Komt van proles (kinderen): 'het enige dat zij hebben zijn hun kinderen.' 

Wat zie je hiernaast op de afbeelding?
De huizen van proletariërs hadden geen eigen toiletten. Je moest dan naar dit soort openbare toiletten in Rome: gezellig met z'n allen roddelen terwijl je je behoeften doet. Echt schoon was het allemaal niet: uit recent onderzoek werd duidelijk dat het enorme bron van parasieten en infecties.
Privé-toiletten kwamen pas later, en alleen voor mensen die dat konden betalen. 

Slide 6 - Diapositive

Slaven

  • Slavernij was bij de Romeinen heel normaal. 
  • Slaaf werd je bijvoorbeeld omdat jouw land was veroverd, of omdat je je schulden niet kon betalen. 
  • Er waren veel slaven in Rome: 
  • Van de miljoen inwoners waren ongeveer 400.000 slaven!
Archeologen hebben in Pompeï een ‘bakkerijgevangenis’ opgegraven, waar geblinddoekte slaven en ezels graan moesten malen. De ontdekking geeft een griezelig nieuw inzicht in het harde slavenbestaan.
Horrorbakkerij uit Pompeï

Slide 7 - Diapositive

8. Je kunt de sociale verschillen tussen de Romeinen uitleggen.

De verschillen tussen de Romeinen zijn groot. Er zijn: grootgrondbezitters (rijke mensen), proletariërs (arme mensen) en slaven. 

Slide 8 - Diapositive

Nu: pak blz. 28 erbij en beantwoord leerdoel 9:
Economie:
Nijverheid:
Multiculturele samenleving:



Slide 9 - Diapositive

9. Je kunt de begrippen economie, nijverheid en multiculturele samenleving uitleggen.

Economie: productie en handel
Nijverheid: producten maken
Multiculturele samenleving: samenleving met meerdere culturen

Slide 10 - Diapositive

Nu in stilte: leren leerdoel 4 t/m 9.
timer
5:00

Slide 11 - Diapositive

Leerdoelen:

10. Je kunt de Grieks-Romeinse cultuur beschrijven en voorbeelden geven. 
11. Je kunt uitleggen dat de Romeinen verdraagzaam waren tegenover ander godsdiensten, maar ook weer niet.


Vandaag:

- Bespreken leerdoelen 
- Zelfstandig leren
- Quiz


Slide 12 - Diapositive

Leerdoel 10: 

Je kunt de Grieks-Romeinse cultuur beschrijven en voorbeelden geven.

Slide 13 - Diapositive

De Grieks-Romeinse cultuur

Slide 14 - Diapositive

De Grieks-Romeinse cultuur
De Romeinen hadden Griekenland veroverd.  Ze kopieerden veel van de Grieken.

De Griekse en Romeinse culturen raakten met elkaar vermengd:
Hierdoor ontstond de Grieks-Romeinse cultuur

Slide 15 - Diapositive

Wat namen de Romeinen over?

  1. Gebouwen 
  2. Alfabet
  3. Goden
  4. Wetenschap

Slide 16 - Diapositive

10. Je kunt de Grieks-Romeinse cultuur beschrijven en voorbeelden geven.
Vermenging van de Grieks-Romeinse cultuur: klassieke cultuur. 

Voorbeelden: gebouwen, alfabet en wetenschap.

Slide 17 - Diapositive

Leerdoel 11: 
Je kunt uitleggen dat de Romeinen verdraagzaam waren tegenover ander godsdiensten, maar ook weer niet.

Slide 18 - Diapositive

De staatsgoden
De Romeinen hadden een polytheïstisch geloof.
Er waren veel verschillende goden in het rijk, maar er waren ook staatsgoden.

De keizer liet feesten organiseren en tempels bouwen om de goden te eren.
De staatsgoden waren de belangrijkste goden in het Romeinse rijk. Ze beschermden de Romeinse staat.

Slide 19 - Diapositive

Verdraagzaamheid
In het Romeinse Rijk was er verdraagzaamheid:

Zolang de mensen de keizer en staatsgoden eerden, mochten de mensen daarnaast iedere religie aanhangen die ze maar wilden!

Slide 20 - Diapositive

11. Je kunt uitleggen dat de Romeinen verdraagzaam waren tegenover ander godsdiensten, maar ook weer niet.

De onderdanen mochten in hun eigen goden geloven, zolang ze OOK de Romeinse goden en keizer vereerden. 

Slide 21 - Diapositive

Nu in stilte: leren leerdoel 7 t/m 11.
timer
5:00

Slide 22 - Diapositive

Wat betekent het begrip 'verdraagzaamheid'
A
Het accepteren van het gedrag van iedereen
B
Het toestaan van andere culturen
C
Het toestaan van andere inwoners
D
Hoe goed je zware dingen kan tillen

Slide 23 - Quiz

De Romeinse samenleving was multicultureel. Kies het juiste voorbeeld hiervan.
A
In Rome leefden een miljoen mensen
B
In Rome leefden mensen met verschillende ideeën naast elkaar
C
In Rome leefden zowel armen als rijken
D
In Rome werkten mensen met verschillende beroepen

Slide 24 - Quiz

Wat namen de Grieken over van verschillende volken waar ze handel mee dreven?
A
Hoe je goed oorlog moest voeren.
B
Het alfabet.
C
Hoe je moest schrijven.
D
Hoe je goed kon handelen.

Slide 25 - Quiz

Wat zijn proletariërs?
A
Arme Romeinen
B
Slaven
C
Arme en werkeloze Romeinen
D
Rijke Romeinen

Slide 26 - Quiz

Proletariërs waren vrij.
A
Juist
B
Fout

Slide 27 - Quiz

Anubis had de vorm van een
A
jakhals
B
kat
C
krokodil
D
leeuwin

Slide 28 - Quiz

Stelling: deze tempel is een goed voorbeeld van de klassieke cultuur
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

Wat is de juiste volgorde over het
bestuur van het Romeinse Rijk?
A
koninkrijk-republiek-keizerrijk
B
republiek-keizerrijk-koninkrijk
C
keizerrijk-koninkrijk-republiek
D
koninkrijk-keizerrijk-republiek

Slide 30 - Quiz

In veel boeken over de Romeinen wordt
regelmatig gesproken over: Imperium Romanum.

Wat zou dit betekenen?
A
Romeinse Leiders
B
Romeinse Tijd
C
Romeinse Vrede
D
Romeinse Rijk

Slide 31 - Quiz

Waarom werd Julius Caesar vermoord?
A
Hij was een slechte keizer
B
Hij werd te machtig
C
Hij had de keizer beledigd
D
Hij had een veldslag verloren

Slide 32 - Quiz

Hoe heet de eerste keizer
van het Romeinse Rijk?

Slide 33 - Question ouverte

Wat betekent de
titel 'Augustus'
A
De verhevene
B
Dictator voor het leven
C
Keizer van het Romeinse rijk
D
Redder van de Republiek

Slide 34 - Quiz