Les 16 (Week 15, 8/04 - Periode 2) - HA1

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

1HV1 Première leçon

Les objectifs:

• Ik kan iemand beschrijven met eenvoudige woorden en zinnen.
• Ik kan de vormen van bijvoeglijke naamwoorden herkennen en toepassen in zinnen.
• Ik kan bijvoeglijke naamwoorden correct gebruiken om personen en voorwerpen te beschrijven. 

Le programme :

• Check Apprendre E, F
• Qui est-ce ?
• Deel H - Het bijvoeglijk naamwoord
• Exercices 30, 31

Lundi 8 avril

00:32

Qui est-ce ?

00:55

Qui est-ce ?

01:24

Qui est-ce ?

Het bijvoeglijk naamwoord

Wat is geen bijvoeglijk naamwoord ?

1. beau
2. petit
3. qui
4. cher

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?

1. les chats sont gris
2. les chats sont grises
3. les grises chats
4. les gris chats

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?

1. La fleur est vert.
2. La fleur est verte.
3. les fleurs sont verts

Een bijvoeglijk naamwoord....

1. zegt iets over een zelfstandig naamwoord
2. zegt iets over een werkwoord

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?

1. Les filles sont petit
2. Les filles sont petite
3. Les filles sont petits
4. Les filles sont petites

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?

1. Elle a les yeux verts
2. Elle a les yeux verte
3. Elle a les yeux vert
4. Elle a les yeux vertes

Zelfstandig werk Chapitre 5

1) Ga naar Grandes Lignes via Magister.

2) Kies Hoofdstuk 5, Deel H.

3) Maak opdrachten 30de, 31. 

Pas op: Opdrachten onder de 50% worden opnieuw gemaakt.

Klaar?

Leer alvast Apprendre H

Ik ken de plaats van het bijvoeglijk naamwoord

😒🙁😐🙂😃

Ik snap hoe het bijvoeglijk naamwoord in het Frans werkt

Helemaal niet

Nog niet zo goed

Redelijk goed

Heel goed

Apprendre B p.40 (livre B)

Les devoirs pour Mardi 9 avril

COMPUTER, OORTJES MEE

Chapitre 5: Apprendre E, F, G, H