Taalverzorging F

Taalverzorging F
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Taalverzorging F

Slide 1 - Diapositive

Programma
-Huiswerk controleren + nakijken
10 min
-Herhalen cijfers en getallen
10 min
-Hoofdletters en leestekens
10 min
-Zelfstandig werken


Let op! Vandaag, 20 juni deadline fictieopdracht (Classroom). 


30 min


Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  • Ik weet wanneer je een hoofdletter schrijft en wanneer welk leesteken.
  • Ik kan in een zin of tekst de juiste hoofdletters en leestekens toepassen. 
  • Ik kan bijzonderheden met hoofdlettergebruik en interpunctie uitleggen. 
  • Ik kan zelf goede zinnen maken met of voorbeelden vinden van bijzonderheden met hoofdlettergebruik en interpunctie. 

Slide 3 - Diapositive

Nabespreken huiswerk
Opdracht 8, f-g-h-i-j. 

f 1 april grap = 1 aprilgrap
g 0900 nummer = 0900-nummer
h formule 1 coureur = formule 1-coureur
i 20 euro biljet = 20 eurobiljet / twintigeurobiljet
j 2e taal onderwijs = tweedetaalonderwijs

Slide 4 - Diapositive

Huiswerk controleren + nakijken
Open je schrift. 
Ga naar Google Classroom. 
In de map "Nederlands h2u" vind je een kopje met "Antwoorden". 
Daarin staan de antwoorden van vorige les.
Kijk je gemaakte opdrachten na.  

Slide 5 - Diapositive

Cijfers en 
getallen

Slide 6 - Diapositive

Krijgen culturele, politieke, religieuze en artistieke stromingen wel of geen hoofdletter?

Slide 7 - Question ouverte

Hoofdletters

Slide 8 - Diapositive

Hoofdletter
Geen hoofdletter
amazon
paasmaandag
haarlemse
zuidwest

Slide 9 - Question de remorquage

Hoofdletter
geen hoofdletter
marco
printer
racefiets
tijger
turkse

Slide 10 - Question de remorquage

Hoofdletter
geen hoofdletter
rood
amerikaanse
bierglas
eline
paspoort

Slide 11 - Question de remorquage

Leestekens

Slide 12 - Diapositive

Kloppen de leestekens?
A
Sanne zegt: Mijn fiets staat nog op school.
B
Sanne zegt: 'Mijn fiets staat nog op school.'
C
Sanne zegt: 'Mijn fiets staat nog op school'
D
Sanne zegt 'Mijn fiets staat nog op school.'

Slide 13 - Quiz

Kloppen de leestekens?
A
Robin zei: 'Wie gaat er mee naar de Mac?'
B
Robin zei Wie gaat er mee naar de Mac?
C
Robin zei: Wie gaat er mee naar de Mac?
D
Robin zei 'Wie gaat er mee naar de Mac?'

Slide 14 - Quiz

Kloppen de leestekens?
A
Ga jij smorgens nog naar de supermarkt?
B
Ga jij 's morgens nog naar de supermarkt.
C
Ga jij 's morgens nog naar de supermarkt?
D
Ga jij s' morgens nog naar de supermarkt?

Slide 15 - Quiz

Oefeningen
Wie?
Zelfstandig.
Wat?
Taalverzorging, paragraaf F, opdracht 2, 4, 5 en 6.
Hoe?
Oefenboek blz 128-129.
Handboek blz 188-191.
Hulp?
Docent.
Tijd?
Tot 11:10.
Uitkomst?
Je beheerst de leerdoelen.
Klaar?
Zie studiewijzer volgende les/week. 

Slide 16 - Diapositive

Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Ik weet hoe je getallen schrijft. 


Ik kan getallen en samenstellingen met getallen juist schrijven. 
Ik kan zelf goede zinnen maken met getallen en nieuwe voorbeelden van samenstellingen met getallen vinden en bedenken. 

Ik kan bijzonderheden uitleggen in de schrijfwijze van getallen en samenstellingen met getallen. 

Slide 17 - Question de remorquage