KT1- week 43, les 2 bloedvaten (aneurysma, trombose/embolie en hoge RR/ met medicatie

Anatomie, Fysiologie en Pathologie 
      Hart- en vaatproblemen                                        

Module 1B
Week 43, les 2

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
KT1 theorieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Anatomie, Fysiologie en Pathologie 
      Hart- en vaatproblemen                                        

Module 1B
Week 43, les 2

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesindeling
  • Herhaling vorige les.
  • Theorie en pathologie bloedvaten 
  • Vanuit pathologie; trombus (trombosebeen, longembolie en infarcten of bloedingen), aneurysma en hoge RR
  • Afronden en huiswerk.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vorige les
Wat wordt er bedoeld met 'het hart is een autonoom orgaan'?
Waar begint de prikkelgeleiding van het hart?
En wat gebeurt er daarna?
Wat wordt er bedoeld met de diastole?

Slide 3 - Diapositive

Waarom klopt ons hart?
Autonoom orgaan: Kan zelf prikkels opwekken

Sinusknoop: Groep cellen in rechter boezem

Atrioventriculaire knoop: 'Schakelstation' met vertraging

Bundel van His: Geeft signalen door

Purkinjevezels: Trekken kamers samen

Diastole: de fase waarin het hart zich ontspant en weer volstroomt met bloed.
BOEKEN
  • Geneesmiddelenkennis: H.7.5 

Zoals in de vorige lessen al aangegeven (herhaling) en dus leren:

  • Medische terminologie Anatomie en fysiologie:
H. 6.1 en 6.2 tot 6.2.2. en
H. 6.2.3 > alleen de Grote en kleine bloedsomloop.
Leer ook de bijbehorende woorden 6.3 (woordenlijst) 

  • Medische kennis: H.3
  • Eigen spreekuur en chronische ziekte: Hoofdstuk 2 (2.6.3/ 2.9.4/2.15 niet), 9.6


Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

introductie korte uitleg bloedsomloop
Bloedvaten
Drie soorten bloedvaten: aders (venen), slagaders (arteriën) en haarvaten (capillairen)

  • Venen: Dunne wand, hebben kleppen, bevatten afvalstoffen en zuurstofarm bloed
  • Arteriën: Dikke elastische wand, geen kleppen, bevatten zuurstof en voedingsstoffen
  • Capillairen: Uitwisseling voedingsstoffen/zuurstof en afvalstoffen


Slide 6 - Diapositive

Over haarvaten straks meer. 

Waarom kleppen bij aders?
Het hart heeft niet voldoende kracht om het bloed door de venen terug te pompen: vandaar de kleppen en het gebruik van de spierpomp.

Uitzonderingen!
De longslagader is de enige slagader met zuurstofarm bloed
De longader is de enige ader met zuurstofrijk bloed
Haarvaten

De slagaders vertakken in de organen tot steeds kleindere bloedvaten. De wand wordt steeds dunner.


- Haarvat = 1 cel dik > zuurstof en vocht door de wand naar de cellen / koolstofdioxide en afvalstoffen afgifte aan het bloed


- De haarvaten komen samen in grotere bloedvaten. 

- zijn maar 1 cellaag dik
- vormen een netwerk
- de bloeddruk is laag
- er vindt uitwisseling plaats van stoffen

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vene
Arterie
Dunne wand
Afvalstoffen
Dikke elastische wand
Kleppen
Zuurstofarm bloed
Geen kleppen
Zuurstofrijk bloed

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

6

Slide 9 - Vidéo

Let op! 
Er zijn 6 vragen aan dit filmpje verbonden! Je mag in groepjes overleggen bij een vraag voordat je antwoord geeft.

Poortader: vanaf darmen naar lever en zuurstofarm bloed vervoert.

Slide 10 - Vidéo

korte uitleg poortader
Bloedvaten verbinding vormen tussen 2 organen (leverpoortader). 
= Verbinding tussen darmen en lever.

Functie: Vervoeren van alle stoffen die opgenomen worden door onze darmen die uit ons voedsel komen naar de lever toe.
Vervolgens kan de lever bepaalde stoffen opslaan of verder door het lichaam verspreiden.
1

Slide 11 - Vidéo

Let op!
Er is 1 vraag aan verbonden
00:00
Verdenking buikaneurysma;
met welke klachten zal de pt. bellen (voordat deze knapt)

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Ivm een triagevraag dit onderwerp kort toegelicht. Zie meer informatie in de volgende dia

2-3 cm is normaal, vanaf 5,5 cm kan een aneurysma scheuren
Hypertensie
  • Te hoge druk in de slagaderen
  • Essentiële en  secundaire hypertensie
  • Geeft hypertensie klachten? 
  • Leefregels en daarna medicatie

Medicatie:  --> deze heb je geleerd in de huiswerkopdracht - kijk zo nodig het filmpje nogmaals
diuretica
calciumantagonisten
ACE-remmers
Angiotensinereceptorblokkers
Betablokkers

Slide 14 - Diapositive

essentiele = zonder duidelijke oorzaak
secundarie = hypertensie als gevolg van een ziekte.

Geeft geen klachten, het is geen ziekte; het geeft bij langdurige hypertensie wel schade aan de bloedvaten die ziekten en klachten kunnen veroorzaken/ Bijv. hart, hersenen, ogen, nieren

1

Slide 15 - Vidéo

Studenten hebben dit filmpje bekeken via de huiswerkodpracht. In principe dus niet meer op ingaan ivm tijd in de les; alleen vragen beantwoorden. Volgende week vervolg HVZ medicatie en evt nog ruimte om te herhalen van hypertensie medicatie
00:30
Welke `aanpassing` van leefstijl bedoelt dokter J. Zuidwijk precies?

Slide 16 - Question ouverte

Thuisarts.nl
Bloeddruk is de druk in uw bloedvaten.

Roken, vet eten, alcohol en overgewicht kunnen uw bloedvaten nauwer en stijver maken. Daardoor kan de bloeddruk hoger worden.

Een te hoge bloeddruk vergroot uw risico op hart- en vaatziekten, zoals op een hartinfarct en een beroerte.

Een hogere bloeddruk kan verder komen door:
overgewicht
roken
veel zout
veel drop
veel alcohol
vet eten
bepaalde medicijnen, zoals sommige pijnstillers (zoals ibuprofen, naproxen, diclofenac) of corticosteroïden (prednison)
de pil slikken


Belangrijke leefregels zijn:
- stoppen met roken
- meer bewegen
- gezonder eten
- zorgen voor minder stress
Trombus

Slide 17 - Diapositive

zie filmpje hieronder.
3

Slide 18 - Vidéo

Let op!
Er zijn 3 vragen aan dit filmpje verbonden

DVT - Diep veneuze trombosebeen
Diepliggende aderen in het been (afsluiting door trombus)
Trombosebeen / longembolie
  • DVT
  • Stolselvorming in de diepe aderen in de kuit, (boven)been of bekken
  • Oorzaken
  • Dik, rood, pijn en warm been. 
  • D-dimeer test

  • Longembolie een complicatie van een DVT
  • Hartkloppingen, kortademig, snelle ademhaling, pijn in de zij tijdens ademhalen

Slide 19 - Diapositive

Oorzaken: bedrust, OK, roken, oestrogeen (pil of zwangerschap), positieve FA, 

Tevens een herseninfarct, hartinfarct en hersenbloeding noemen als mogelijke complicaties bij een trombosebeen icm arthereosclerose
00:00
Hoe kan een bloedprop ontstaan?

Slide 20 - Carte mentale

te snel stolt of
wanneer het stolt wanneer het niet zou moeten.
01:15
Wat wordt er bedoeld met vertraagde bloedstroom (in dit filmpje)?
A
capillairen
B
Arteriën
C
Venen
D
Aorta

Slide 21 - Quiz

C
01:31
Pt. belt met de ass. en benoemd een dik, rood en pijnlijk been te hebben. Welke gerichte vragen stel je om erachter te komen of we hier te maken hebben met een vertraagde bloeddoorstroom?

Slide 22 - Question ouverte

operatie (gehad) waarbij minder beweging
ziek door lang in bed te liggen
Vliegen


Denk ook aan andere oorzaken;
hormonen --> zwangerschap en pilgebruik
Verkeerde eetgewoonten
Roken
DM
RR/
Erfelijksfactor
Boezemfibrilleren
andere medicatie gebruik
Stollingsproblemen
Overgewicht
gips om het been kanker, spataderen 

Huiswerk
Leren: Geneesmiddelenkennis: H. 7.5 

Maken:
MBO leren: Hypertensie en diep veneuze trombose en neusbloeding
Cum laude: opdracht pathologie bloedvaten > cumlaude week 43

Zoals in de vorige lessen al aangegeven (herhaling) en dus leren:
  • Medische terminologie Anatomie en fysiologie:
H. 6.1 en 6.2 tot 6.2.2. en
H. 6.2.3 > alleen de Grote en kleine bloedsomloop.
Leer ook de bijbehorende woorden 6.3 (woordenlijst) 
  • Medische kennis: H.3
  • Eigen spreekuur en chronische ziekte: Hoofdstuk 2 (2.6.3/ 2.9.4/2.15 niet), 9.6 Leren: Medische kennis H.3





Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

00:38
Waarom vervoert een slagader meestal zuurstofrijk bloed?
A
Omdat hij bij de longen vandaan komt.
B
Omdat hij bij het hart vandaan komt.
C
Omdat hij naar het hart toegaat.
D
Omdat hij naar de longen toegaat.

Slide 24 - Quiz

B
01:20
In de haarvaten vindt er uitwisseling O2 en CO2 plaats. Hoe kan dat?
Er zijn twee antwoorden correct
A
De haarvaten gebruiken zuurstof.
B
De haarvaten liggen om het orgaan verpakt.
C
De haarvaten zijn erg klein.
D
De wanden van haarvaten zijn erg dun.

Slide 25 - Quiz

C en D
03:45
Wat is de Latijnse naam van 5?
A
Arteria pulmonalis
B
Vena pulmonalis

Slide 26 - Quiz

A
03:53
Schrijf de juiste antwoorden op bij de cijfers!

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

04:17
Wat is de functie van de poortader?

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

05:36
Beschrijf de route die de bloedcel aflegt van 10 naar 8.

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions