Communicatie met de zorgvrager

B1-K1-W5
Communicatie met de zorgvrager
Communicator
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

B1-K1-W5
Communicatie met de zorgvrager
Communicator

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inhoud les

  • Lesdoelen 
  • Theorie: 
- Communicatiestijlen
- Waarneming en interpretatie
- Opbouwen gelijkwaardige relatie met de zorgvrager

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe je de boodschap van een ander goed waarneemt en interpreteert.  
  • Je kunt uitleggen hoe de communicatiestijl van invloed is op de manier hoe je communiceert.
  • Je kunt uitleggen hoe je een professionele relatie opbouwt door gelijkwaardig te communiceren met de zorgvrager

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Waar ligt jouw kracht bij communiceren?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Communicatiestijlen
De vier communicatiestijlen zijn:
  • Analyser
  • Promoter
  • Supporter
  • Controller

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht communicatiestijlen
  1. Lees op Thieme --> communicatie en begeleiden N4 --> 1 communicatie in de zorg--> 1.2 communicatie met de zorgvrager -->de vier communicatiestijlen.
  2. Bespreek in groepen met elkaar de verschillende communicatiestijlen. Welke eigenschappen zijn er? En welke valkuilen? Welke herken jij?
  3. Welke communicatiestijl heb jij?
  4. Doe de test op: https://amethist.nl/communicatiestijlentest/
  5. Mail de uitslag naar je schoolmail, kopieer en plak deze op het werkblad.

duur: 25 minuten
Met wie: groepen van 3-4
Werkblad: Onderwijsmagazijn

QR code communicatiestijlen test

Slide 6 - Diapositive

De opdracht staat in het onderwijsmagazijn. 
Casus uit TM
1. Hoe zou Ikram kunnen regearen?
2. Wat is belangrijk in communicatie bij de 'controller?'
3. Wat moet je vooral niet doen in communicatie bij de 'controller'?

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reactie Ikram

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarneming en interpretatie
Waarneming wordt gedaan met de zintuigen. Om de juiste interpretatie te geven aan de waarneming, is het van belang om de juiste vragen te stellen en effectief te luisteren.


  • Waarneming: mevrouw voelt warm aan. 
  • Interpretatie: mevrouw heeft koorts.
  • Waarneming: mevrouw eet slecht. 
  • Interpretatie: mevrouw heeft zeker geen honger.
  • Waarneming: mevrouw huilt. 
  • Interpretatie: mevrouw mist haar dochter.

Slide 9 - Diapositive

Optioneel: Laat studenten elke interpretatie raden. Laat de waarnemingen 1 voor 1 zien.
Soorten vragen
  • Open vragen


  • Gesloten vragen


  • Suggestieve vragen

Slide 10 - Diapositive

Open vragen werken erg stimulerend. Eenopen vraag begint vaak met wie, welke, hoe, wat, wanneer, waarom, et cetera. Het is een vraag naar wat iemand ergens van vindt of weet, waarbij het antwoord niet gestuurd wordt. Meestal krijg je dan ook uitgebreide antwoorden op open vragen en levert zo'n vraag veel informatie op. Nadelen van open vragen zijn dat de antwoorden soms te lang kunnen zijn en dat de zorgvrager van het onderwerp afdwaalt.

Op gesloten vragen of keuzevragen is meestal maar een antwoord mogelijk. Dit geeft korte en duidelijke antwoorden, maar de vragen zijn erg sturend en de zorgvrager geeft je niet veel informatie. Deze vragen werken prima als je snel bepaalde informatie nodig hebt.

Suggestieve vragen leiden de zorgvrager ergens heen. Het antwoord dat je wilt horen, ligt al verscholen in de vraag. Met een suggestieve vraag kun je goed manipuleren, maar bij de zorgvrager roept het verzet op en je krijgt zelfs informatie die niet klopt.

Een reflecterende vraag moedigt de zorgvrager aan zich nader te verklaren en na te denken over het onderwerp dat besproken wordt. Door reflecterende vragen wordt de zorgvrager gestimuleerd zelf na te denken. Reflecterende vragen worden veel gebruikt in coachende en motiverende gesprekken om de zorgvrager te stimuleren meer zelfstandig te handelen.

Een retorische vraag is eigenlijk een mening in vraagvorm. Zo gezien is het helemaal geen vraag want er wordt eigenlijk geen informatie verwacht. Al kan een retorische vraag soms wel stimulerend werken. Maar een retorische vraag kan ook verzet oproepen en informatie levert het vaak niet op.

Een gerichte vraag is een vraag naar feitelijke gegevens. Op deze vragen is meestal een kort antwoord gewenst en de zorgvrager zal meestal niet verder uitweiden. Deze vraag levert feiten op, maar werkt niet stimulerend.

Vervolg soorten vragen
  • Reflecterende vragen


  • Retorische vragen


  • Gerichte vragen





Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht: Communiceren is een kunst
De docent legt de opdracht uit. Deze wordt klassikaal uitgevoerd. 

Slide 12 - Diapositive

Communiceren is een kunst
docent: 
Vraag of er een iemand heel goed instructie kan geven. 
Neem die mee naar de gang, geef het blad en zeg dat de klas dit moet gaan natekenen.
Doel: Wat is de kracht van een open of gesloten vraag? Bewustwording.

Klas : mag de eerste ronde geen vragen stellen.
Daarna evalueren, wat had je wel nodig, wat zou helpen etc

Daarna nog een keer en dan met de andere vorm en met vragen (open en/of gesloten)

De opdracht staat in het onderwijsmagazijn

Macht, afhankelijkheid en gelijkwaardigheid 
De relatie tussen zorgvrager en zorgverlener is een complexe relatie;
  • De zorgvrager heeft in principe niet gekozen voor deze situatie.
  • De zorgvrager is afhankelijk van degene die de zorg biedt.
  • Verpleegkundigen hebben ook niet voor een bepaalde zorgvrager gekozen, je doet je werk omdat je dat leuk vindt, maar je kiest een zorgvrager niet persoonlijk uit.

De relatie met de zorgvrager is daarom vaak ongelijk.
Belangrijk = Hoe houd je de relatie professioneel?!


Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een ongelijkwaardige relatie heeft de volgende kenmerken:
  • Functionele relatie;
  • Rollen zijn onomkeerbaar;
  • Vrijheid tegenover gebondenheid;
  • Deskundigheid tegenover ondeskundigheid;
  • Geslotenheid tegenover openheid;
  • Onafhankelijkheid tegenover afhankelijkheid;
  • Macht tegenover onmacht.

Slide 14 - Diapositive

De relatie tussen jou en de zorgvrager is een functionele relatie. Het is een relatie die is aangegaan met een bepaald doel. De zorgvrager gaat deze relatie met jou aan om hulp te krijgen of beter te worden. Deze relatie is geen vrijwillige keuze van de zorgvrager. Hij moet de relatie met jou aangaan om zijn doel te bereiken.

De rollen die jij en de zorgvrager in de relatie innemen zijn onomkeerbaar. Jij staat in deze relatie als de rol van zorgverlener, de zorgvrager is de patiënt of de cliënt. Dat zal in deze relatie niet veranderen, jij bent niet opeens de zorgvrager en de zorgvrager is niet opeens zorgverlener. Met andere woorden: de zorgvrager heeft geen keuze welke positie hij in deze relatie inneemt.

Vrijheid tegenover gebondenheid
In de relatie met de zorgvrager heb jij meer vrijheid dan de zorgvrager. De zorgvrager kan niet zomaar weglopen van jou of uit de zorgorganisatie. Hij is min of meer gedwongen in deze situatie te blijven bijvoorbeeld in verband met zijn gezondheid of veiligheid. Jij kunt wel weglopen uit deze situatie. Natuurlijk ben jij ook aan regels gebonden, maar aan het eind van de dag loop jij de deur uit, weg van deze relatie.

Deskundigheid tegenover ondeskundigheid
De zorgvrager heeft een professionele relatie met jou omdat jij een bepaalde deskundigheid bezit. Jij weet hoe je hem moet helpen, jij hebt kennis over zijn ziektebeeld. Jij hebt kortom een beroep geleerd en de zorgvrager is in principe een leek op dat gebied. Hij is ondeskundig en hij moet er maar op vertrouwen dat hij van jou de juiste informatie en zorg krijgt.

Geslotenheid tegenover openheid
De zorgvrager is, meestal noodgedwongen, heel open naar jou. Hij vertelt jou veel over zijn gezondheid, zijn leven en soms zijn gevoelens zodat jij hem goede zorg kunt verlenen. Jij daarentegen vertelt zelden iets echt persoonlijks aan de zorgvrager. De openheid in deze relatie is dus eenzijdig en komt vrijwel uitsluitend van de zorgvrager. Dat maakt de relatie ook ongelijkwaardig. Jij weet veel van hem, hij weet weinig of niets van jou.

Onafhankelijkheid tegenover afhankelijkheid
De bovenstaande punten maken dat de zorgvrager in veel opzichten afhankelijk is van jou op lichamelijk, psychisch en sociaal gebied. Hij heeft jou nodig om te kunnen functioneren. Jij bepaalt veel voor de zorgvrager. Hij staat in een afhankelijkheidsrelatie tot jou. Jij hebt de zorgvrager in principe helemaal niet nodig. Jij kunt voor jezelf zorgen en je kunt doen wat je wilt.

Macht tegenover onmacht
In de relatie tussen zorgverlener en zorgvrager heeft de zorgverlener heel veel macht. Dat komt door de volgende zaken:
De organisatie waarvan jij deel uitmaakt heeft veel gezag.
Jij hebt bepaalde kennis waarvan de zorgvrager afhankelijk is.
Jij hebt de mogelijkheid een zorgvrager te belonen of te 'straffen'.

Misschien schrik je van die laatste zin, maar in een relatie waarin de zorgvrager afhankelijk is, is de mogelijkheid tot 'straffen' zo gebeurd.
Hoe bouw je een vertrouwensrelatie met een zorgvrager op?

Slide 15 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions







  • Het uitgangspunt van de communicatie is respect voor de zorgvrager.

  • Je maakt geen verschil tussen de zorgvragers.

  • Je respecteert de rechten van de zorgvrager.

  • Je ondersteunt de eigen verantwoordelijkheid van de zorgvrager zo goed mogelijk.

  • Je stelt de belangen van de zorgvrager centraal.

  • Je houdt rekening met de achtergrond van de zorgvrager.












  • Je zorgt ervoor dat de zorgvrager zijn eigen regie, zelfredzaamheid en autonomie behoudt.

  • Je bent je bewust van de afhankelijkheid van de zorgvrager en gaat daar zorgvuldig mee om.

  • Je respecteert je beroepsgeheim.

  • Je houdt rekening met de privacy van de zorgvragers.

  • Je handelt zorgvuldig bij intieme handelingen.





De volgende aandachtspunten helpen je om een gelijkwaardige relatie op te bouwen:

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vertrouwen kost tijd, een vertrouwensrelatie is ook zo weer kapot.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je geleerd hebt deze les.

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Literatuur
ThiemeMeulenhoff – Communicatie en begeleiden – Module 1 Communicatie in de zorg:

1. Basiscommunicatietechnieken 
2. Communicatie met de zorgvrager 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions