Chapitre 3C - 19 april

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Bienvenue

Aujourd'hui c'est mercredi

19 avril

La dernière leçon avant les vacances

Prenez vos affairs:

 vos livres

vos stylos

 vos tablettes

 vos cahiers

We gaan oefenen!!!

Boeken dicht!!

Les maths

1. wiskunde
2. tekenen
3. handvaardigheid
4. natuurkunde

vraiment

1. de waarheid
2. echt
3. zeker
4. virtueel

beginnen

1. entrer
2. commencer
3. acheter
4. travailler

het strand

1. le pain
2. le beurre
3. la plage
4. la mer

bijna

1. maintenant
2. pourquoi
3. alors
4. prescue

noter

1. vragen
2. opschrijven
3. neerleggen
4. nodig hebben

overal

1. maintenant
2. pourquoi
3. rigoler
4. surtout

le contrôle

1. de controle
2. de toets
3. wiskunde
4. de school

fort

1. fort
2. vrolijk
3. sterk
4. fier

altijd

1. aujourd'hui
2. les jours
3. toujours
4. vraiment

peut-être

1. moeilijk
2. makkelijk
3. kunnen
4. misschien

3C Phrases-clés et parler

Sleutelzinnen en praten

But: - Je kunt iets vertellen over school

- je weet hoe je de é en de è uitspreekt

Page 108

Page 108/ 13A

Le tuyau// lezen en uitleg

13 B en 13 C Audio/herhalen en lezen

Oefenen buurman/buurvrouw

13 C-- Lees elkaar de zinnen voor

13E-- Stel elkaar vragen en antwoord daarop

14A--Stel vragen en geef elkaar antwoord

Herhalen Klok

Page 106/ 12A Le tuyau/video YouTube

Wie kan het uitleggen?

We gaan oefenen!!!

I-pads neer en boeken dicht!!

Hoe laat is het?
Cinq heures moins le quart

1. kwart over vijf
2. kwart voor vijf
3. half vijf
4. half zes

Six heures et demie

1. half zes
2. half zeven
3. kwart over zes
4. kwart voor zes

hoe zeg ik in het Frans:
half twee

1. une heure et quart
2. deux heures demies
3. deux heures moins demie
4. une heure et demie

Hoe zeg ik het in het Frans?
Het is half 1 uur 's middags

1. Il est minuit et le quart
2. Il est minuit et demie
3. ll est midi moins le quart
4. Il est midi et demie

Il est six heures moins le quart

1. Het is kwart over zes
2. Het is kwart voor zes
3. Het is zes uur 'nachts
4. Het is half zeven

Hoe zeg je in het Frans:
kwart voor vier

1. trois heures plus le quart
2. trois heures et demie
3. quatre heures moins le quart
4. quatre heures moins demie

Hoe laat is het?
Il est midi

1. 12 uur 'nachts
2. 12 uur 's middags
3. 2 uur 's nachts
4. 2 uur 's middags

Hoe laats is het?
Il est une heure

1. het is één uur
2. het is twaalf uur
3. het is elf uur
4. het is 12 uur 'nachts

Page 109 /Excercise 15A

Vul in in het Frans:

Noem de dag en zet er minimaal 2 vakken bij

Al gemaakt?

Maak dan de live worksheet 

Page 130/C

Audio/luisteren/nazeggen/voorlezen

BINGO!!!

In stilte leren

 Vocabulaire B en C Page 128

F-N en N-F

Les devoirs

Leren Vocabulaire  B en C Page 128 et Page 129

F-N en N-F

Bonnes Vacances!!