Vermogen

Welkom
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom

Slide 1 - Diapositive

Stroomsterkte wordt uitgedrukt in ....
A
Volt
B
Ampère
C
Watt
D
Kilo

Slide 2 - Quiz

Hoe groot is de spanning op een stopcontact?

Slide 3 - Question ouverte

De schakeling hiernaast is
een...
A
Serieschakeling
B
Wisselschakeling
C
Parallelschakeling
D
Hotelschakeling

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Diapositive

Vermogen 
Maat voor de hoeveelheid elektrische energie die een apparaat in één seconde verbruikt.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Gegevens
Spanning: 6V
Stroomsterkte 1,2 A
Gevraagd
Wat is het vermogen?
Formule
Vermogen= spanning x stroomsterkte
Berekening


Antwoord

Slide 20 - Diapositive

Gegeven:
Spanning: 230V
Stroomsterkte: 10A

Gevraagd
Wat is het vermogen?

Formule
Vermogen = 

Berekening


Slide 21 - Diapositive

Wat is het vermogen van 1 lamp?

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Gegevens
Vermogen: 2530 W
Stroomsterkte 11 A
Gevraagd
Wat is de spanning?
Formule
Spanning = 
Berekening


Antwoord
timer
3:00

Slide 24 - Diapositive

Gegevens
Spanning: 230V
Vermogen: 2360W
Gevraagd
Wat is de stroomsterkte?
Formule

Berekening


Antwoord
timer
3:00

Slide 25 - Diapositive

Stel
Ik heb een magnetron van 0,9 kW en deze sluit ik aan op een 230V stopcontact. Hoe groot is dan de stroomsterkte?

Slide 26 - Diapositive

Ik sluit een 40W lamp aan op een stopcontact van 230V. Hoe groot is de stroomsterkte?

Slide 27 - Question ouverte

Vermogen berekenen in de praktijk
Werk in 2tallen
Benodigde materialen

  • Voeding
  • 3 kabels
  • Lamphouder en lampje
  • Stroommeter

Slide 28 - Diapositive

  1. Stel de voeding in op een spanning van 6V
  2. Sluit het lampje en de stroommeter aan in een stroomkring
  3. Meet de stroomsterkte 
  4. Bereken het vermogen dat de lamp verbruikt

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive



Totale stroomsterkte 
1,4 + 2,3 + 0,5 + 2,1 = 5,3 A
1,4 A

2,3 A

0,5 A

2,1 A
In een parallel schakeling mag je de stroomsterkte bij elkaar optellen. 
Stroomsterkte

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive