2.3 De Franse revolutie

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

2.3 De Franse revolutie

Waarom past de guillotine goed bij de idealen van de Verlichting?

Lodewijk XVI had bij zijn aantreden drie grote problemen, welke?

Lodewijk XVI moest zijn dure levensstijl beëindigen, maar:
Hij hield wel van het goede leven
Hij moest de adel tevreden te houden

Enige oplossing: meer belasting ophalen, maar bij wie?

1. 3e stand, zij waren immers de enigen die belasting moesten betalen
2. 2e stand, zij hadden immers geld genoeg en bij de 1e stand viel niets te halen
3. 1e en 2e stand, zij betaalden immers geen belasting
4. 1e stand, de kerk had heel veel rijkdom vergaart maar had dat niet nodig

De 1e en 2e stand wilden best belasting betalen, op voorwaarde dat ze mee mochten regeren in de

1. Nationale Vergadering
2. Algemene Vergadering
3. Tweede Kamer
4. Staten-Generaal

Invoering Staten-Generaal leek eerlijk, ook voor de 3e stand. Toch was dit niet het geval want....

de Staten-Generaal maakte niets uit voor de derde stand.









De Staten-Generaal maakte niets uit voor de derde stand. Gevolg: de derde stand roept de ... uit

Waarom was de Bastille een gehaat symbool van het Franse absolutisme?

De Franse revolutie paste heel goed bij de ideeën van de Verlichting, leg uit.

Hoe bereik je het volk?

• Niet iedereen kon lezen, zeker niet in de 3e stand. 
• Maar spotprenten? Die begreep iedereen!

• Deze spotprenten werden meestal gemaakt door de bourgeoisie.
  

Geestelijkheid

De 1e stand

Adel

De 2e stand

De 3e stand

Alle mensen die niet bij de 1e of 2e stand horen.