Oefenvragen Unit 2 - 1HA

• Engels
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Oefenvragen Unit 2 - 1HA

Vocabulary

Doel:

- Ik kan mensen, dieren en dingen beschrijven in het Engels.

- Ik kan schrijven over feiten, routines en gewoontes.

Woorden over:

- kleding, tijd, eten & drinken en hobby's.

Hoe bereid je je hierop voor?

Vertaal 'recommend'.

I would recommend a smaller size.

Vul het juiste woord in.
Kies uit: midnight - past - calender

The .... is the time before now.

Vul de Engelse vertaling van het juiste woord in. Kies uit: groente - maaltijd - bestellen

It's important to eat a ........ with your potatoes.

Vertaal het woord tussen haakjes naar het Engels.

I like to ...... (schrijven) short stories.

Vocabulary

Doel:

- Ik kan mensen, dieren en dingen beschrijven in het Engels.

- Ik kan schrijven over feiten, routines en gewoontes.

Woorden over:

- kleding, tijd, eten & drinken en hobby's.

Hoe bereid je je hierop voor?

Grammar

Doelen :

- Ik kan aanwijzende voornaamwoorden juist toepassen.

- Ik kan het meervoud toepassen.

- Ik kan schrijven over gewoontes, routines en feiten en daarbij gebruik ik de Present Simple (+/-/?).

- Ik kan op de juiste manier schrijven over dagen en maanden en daarbij de voorzetsels in, at, on correct gebruiken.

Hoe bereid je je hierop voor?

Zet de woorden in het meervoud.
one watch - two
one knife - three
one child - eight

Kies het juiste aanwijzende voornaamwoord.

Can you pass me ..... bottle over there?

1. this
2. that
3. these
4. those

Kies het juiste aanwijzende voornaamwoord.

I really like ...... socks you are wearing, where did you buy them?

1. this
2. that
3. these
4. those

Kies het juiste aanwijzende voornaamwoord.

I'm happy I'm wearing .... hat, it's freezing outside.

1. this
2. that
3. these
4. those

Gebruik de present simple.

Jack ...... (to play) piano every day.

Gebruik de present simple.

.... you ..... (to eat) cereal in the morning?

Gebruik de present simple.

I ...... (not + have got) any siblings.

Gebruik de present simple.

Penelope ..... (not - to dance) at parties.

Vertaal de zin. Let goed op de grammatica.

Ik ben niet blij vandaag.

Vertaal de zin. Let goed op de grammatica.

Mijn vader werkt op maandag.

Vul het juiste voorzetsel in.

.... Tuesday, I always go to football practise.

1. On
2. At
3. In

Vul het juiste voorzetsel in.

English class starts .... 11 o'clock today.

1. On
2. At
3. In

Vul het juiste voorzetsel in.

We often go ice skating .... winter.

1. On
2. At
3. In

Write about yourself. Schrijf 1 zin over een gewoonte/hobby. Gebruik de Present Simple.

Let op spelling en interpunctie bij alle zinnen!

Grammar

Doelen :

- Ik kan aanwijzende voornaamwoorden juist toepassen.

- Ik kan het meervoud toepassen.

- Ik kan schrijven over gewoontes, routines en feiten en daarbij gebruik ik de Present Simple (+/-/?).

- Ik kan op de juiste manier schrijven over dagen en maanden en daarbij de voorzetsels in, at, on correct gebruiken.

Hoe bereid je je hierop voor?

Expressions

Doelen :

- Ik kan schrijven over feiten, routines en gewoontes.

- Ik kan schrijven over dagen, tijden en maanden.

- Ik kan mensen, dieren en dingen beschrijven in het Engels.

Hoe bereid je je hierop voor?

Gebruik Engelse expressions om de zin te vertalen.

Wat zijn jouw hobbies?

Gebruik Engelse expressions om de zin te vertalen.

Drama lessons always start .................... (om 2 uur 's middags op maandag).

Expressions

Doelen :

- Ik kan schrijven over feiten, routines en gewoontes.

- Ik kan schrijven over dagen, tijden en maanden.

- Ik kan mensen, dieren en dingen beschrijven in het Engels.

Hoe bereid je je hierop voor?

Any questions?