breuken gelijknamig maken

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 6

breuken gelijknamig maken

stel jij en je zusje krijgen pizza, jij krijgt 1/2 stuk en je zusje 1/3... wie heeft er meer en hoe controleer je dat?

lesdoelen 

Begrijpen wat gelijknamige breuken zijn

Kunnen omzetten van breuken naar een gelijknamige vorm

Vergelijken van breuken door eerst gelijknamig te maken

jij hebt 1/2de deel en je zusje 1/3de

dus wie heeft er dan een groter deel?

ik

mijn zusje

nu heb ik 2/5de deel en zij 2/4de deel

ik heb 2/3de en zij 1/4de

maak hem op je wisbordje

wie krijgt er meer pizza?

1. ik, namelijk 8/12de
2. ik, namelijk 3/12de
3. zij, namelijk 3/12de
4. zij, namelijk 8/12de

ik heb 3/8ste en zij 1/2de

maak de som op je wisbordje.

Wie heeft er nu meer?

1. ik
2. zij

Hoe kon je dit uitrekenen?

bedenk nu zelf een som zoals de vorige (ik heb ... zij heeft...), schrijf je idee op. Denk erover na.

We rekenen er eentje uit:

kies er 5 uit en maak deze in je schrift