orgaanstelsels les 2 verteringsstelsel skelet en spieren

• Biologie
• ISK

Welkom Klas DRH

Pak je mapje, schrift en pen

wat deden we vooor de vakantie?

orgaanstelsels:

Transport: hart en bloedvaten

ademhalen: luchtpijp en longen

Ademhalingsstelsel

Het ademhalingsstelsel 

- Neusholte

- Mondholte

- Luchtpijp

- Longen. 

taak

Het ademhalingsstelsel neemt zuurstof op uit de lucht.

Leerdoelen

- Je kunt de delen van het hart benoemen in een afbeelding.

- Je kunt beschrijven hoe het hart het bloed door het lichaam pompt.

Bloedvatenstelsel

Het bloedvatenstelsel 

- Hart 

- Bloedvaten

     - ader en slagader
Taak: transport
Het bloedvatenstelsel vervoert voedingsstof en zuurstof naar alle delen van je lichaam.

er zijn veel orgaanstelsels

wat gaan we doen vandaag?

orgaanstelsels:

-vertering stelsel: eten klein maken

-skelet: stevigheid 

-spierstelsel: bewegen

volgende week toets

- van klein naar groot: cel weefsel ..... organisme

- 5 orgaanstelsels : 

   - naam

   - taak

   - welke organen

Wat ga je leren in deze les?

1. je weet wat een orgaan en een orgaanstelsel is
2. Je weet welke orgaanstelsels je eten verteren (voeden en uitscheiden) en welk stelsel zorgt voor stevigheid en bewegen
3. je kent de namen van de organen die in deze orgaanstelsels zitten bij de mens.

Waaruit bestaat je lichaam?

Orgaan => ieder orgaan heeft zijn eigen taak

orgaanstelsel=>  Organen die samenwerken aan dezelfde taak 

 losse organen

taak: uitscheiden

Nieren + blaas 

taak: regel systeem

hersenen

De verschillende delen waaruit je lichaam is opgebouwd, van groot naar klein

Het skelet

Alle botten samen zijn je skelet

-schedel

-ribben

Taak:

Het skelet geeft stevigheid aan je lichaam.

Spierstelsel

Het spierstelsel bestaat uit: 

- spieren

taak:

Het spierstelsel laat je bewegen

Verteringsstelsel

Het verteringsstelsel bestaat uit: 

- Mond

- Slokdarm

- Maag

- Darmen

taak:

maakt voedsel/eten klein.
Neemt voedingstof in het bloed

Orgaanstelsels	Taak
1. ademhalingsstelsel	het opnemen van zuurstof in je bloed;
2. verteringsstelsel	het kleiner maken van je eten + opnemen van voedingstof in je bloed
3. bloedvatenstelsel	Transport van stoffen (voedingsstof en zuurstof) naar alle delen van je lichaam.
4. skelet	stevigheid geven aan je lichaam
5. spierstelsel	laat je lichaam bewegen

Samengevat

Samenwerkende orgaanstelsels

hoe  kan je je spieren te laten bewegen.

Geef aan in welke afbeelding je wat ziet.

Organisme

cel

Organenstelsel

orgaan

Sleep het juiste orgaanstelsel naar de juiste afbeelding.
(één blijft over)

Verteringsstelsel

Spierstelsel

Ademhalingsstelsel

skelet

Bloedvatenstelsel

De mond

De slokdarm

De maag

De darmen

Neus

Mond

luchtpijp

Long

Neus, mond, longen en luchtpijp.

1. Skelet
2. Bloedvatenstelsel
3. Ademhalingsstelsel
4. Verteringsstelsel

Zet op volgorde van groot naar klein 

groot

klein

organenstelsel

cel

organisme

orgaan