Lesson 4 reading, bijvoeglijknaamwoord vs bijwoord

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Lesson 4

Goals

We learn about adjectives (zelfstandige naamwoorden) and adverbs (bijwoorden)

Grammar

Wat is een bijvoegelijk naamwoord?

Grammar

Een bijvoegelijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord.

She is a nice girl. Nice zegt iets over girl. Een aardig meisje.

His pants are awesome. Awesome zegt iets over pants. Zijn broek is cool!

Grammar

Wat is een bijwoord?

Grammar

Een bijwoord kan iets zeggen over een werkwoord of een bijvoegelijk naamwoord.

That was nicely done. Nicely zegt iets over done. Dat was goed gedaan.

She is an extremely nice girl. Extremely zegt iets over nice. Zij is een ontzettend aardig meisje.

Grammar

She runs very (slow/slowly) to avoid injury.

Grammar

Bill is a very careful/carefully driver. 

Grammar

The chef chopped the vegetables very (quick/quickly)

Grammar

He worked (careful/carefully) on the project.

Grammar

The baby slept (peaceful/peacefully) through the night.

Grammar

Speak (clear/clearly) so everyone can understand you.

Grammar

Speak (clear/clearly) so everyone can understand you.