Voltooid deelwoord

Het voltooid deelwoord
Komt altijd extra in de zin bij werkwoorden hebben, worden en zijn.

- Wij hebben gisteren drie kilometer gefietst.
- De boeven worden door de politie ondervraagd.
- Gisteren waren de boeven gearresteerd.
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Het voltooid deelwoord
Komt altijd extra in de zin bij werkwoorden hebben, worden en zijn.

- Wij hebben gisteren drie kilometer gefietst.
- De boeven worden door de politie ondervraagd.
- Gisteren waren de boeven gearresteerd.

Slide 1 - Diapositive

Voltooid deelwoord
begint vaak met -ge, bever of ont
en eindigt vaak met
-d, -t of -en
geklopt
begraven
verjaard

Slide 2 - Diapositive

-t of -d op het einde
Hoe weet je of een voltooid deelwoord op een -d of -t  eindigt?
1. maak het werkwoord langer
 - maak
- maakte
- gemaakt


Slide 3 - Diapositive

-t of -d op het einde
2. Gebruik T eX KoFSCHiP

Pak de stam van het hele werkwoord 
maken = het hele werkwoord
mak = stam
Zit de laatste letter van de stam in T eX KoFSCHiP, dan schrijf je een T  >>>> gemaakt

Slide 4 - Diapositive

Hij heeft die jongen weer (stompen)
A
gestompd
B
gestompt

Slide 5 - Quiz

Ik ben erg (verbazen)
A
verbaasd
B
verbaast

Slide 6 - Quiz

Op het kamp was veel regen (voorspellen)
A
voorspeld
B
voorspelt
C
voorspellen

Slide 7 - Quiz

Is dit voor mij (bestemmen)
A
bestemmen
B
bestemd
C
bestemt

Slide 8 - Quiz

De boekhandel heeft de prijzen (verhogen)
A
verhoogt
B
verhogen
C
verhoogd

Slide 9 - Quiz

Ik heb me vanmorgen (verslapen)
A
verslaapt
B
verslaapd
C
verslapen

Slide 10 - Quiz

Hajar en Ilham hebben veel avonturen (beleven)
A
beleefd
B
beleeft
C
beleven

Slide 11 - Quiz

Nadine was bijna door de afdelingsleider (schorsen)
A
geschorsd
B
geschorst
C
geschrosdt

Slide 12 - Quiz

Heb je je billen wel (afvegen)
A
afgeveegd
B
afgeveegdt
C
afgeveegt

Slide 13 - Quiz

Heb je die spiegel (breken)
A
gebreekt
B
gebreekdt
C
gebroken

Slide 14 - Quiz

Mevrouw Kuijpers heeft de online les (geven)
A
gegeeft
B
gegeven
C
gegeefd

Slide 15 - Quiz