§1.3 Weet je wat je nodig hebt?

§1.3 Weet je wat je nodig hebt?
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

§1.3 Weet je wat je nodig hebt?

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het einde van de les ken ik het verschil tussen verschillende soorten behoeftes. 

Aan het einde van de les ken ik het verschil tussen goederen en diensten.

Aan het einde van de les kan ik rekenen met percentages. 

Slide 2 - Diapositive

Behoeften
  • Je hebt iets nodig
  • Je wil iets hebben

  • Ik wil een iPhone 13 of nieuwe trui. 


Slide 3 - Diapositive

Behoeften
Basis behoeften (primair)

Goederen die je nodig hebt om in leven te blijven
Overige behoeften (secundair)

Goederen die je NIET nodig hebt om in leven te blijven

Slide 4 - Diapositive



Goederen

Tastbare producten waarmee je je behoeften kunt voorzien


Diensten

Activiteiten waarmee je in iemands behoeften voorziet
PS5, Schaar...
Knippen van iemands haar (kapper)

Slide 5 - Diapositive

Welke is een primaire behoefte?
A
brood
B
smartphone
C
auto
D
vakantie

Slide 6 - Quiz

Primaire behoeften zijn ...
A
de noodzakelijke behoeften.
B
de luxe behoeften.

Slide 7 - Quiz

Het hebben van een fiets is een ...
A
primaire behoefte.
B
secundaire behoefte

Slide 8 - Quiz

Geen een voorbeeld van secundaire behoeften

Slide 9 - Question ouverte

Middelen die nodig zijn om behoeften te vervullen:
  • Tijd
  • Geld
  • Bezittingen

Deze middelen zijn beperkt, dat noem je schaarste. Je moet als consument keuzes maken. Je moet prioriteiten stellen (bepalen wat je belangrijk vindt).

Slide 10 - Diapositive

Schaarste

Slide 11 - Diapositive

Vrije goederen
Vrije goederen zijn tegenovergesteld aan schaarse goederen. Iedereen mag er gebruik van maken, zonder er voor te hoeven betalen.

Voorbeelden: zonlicht, wind, zeewater.

Slide 12 - Diapositive

Zelfvoorziening
Zelfvoorziening
Wat je nodig hebt of graag wilt hebben voor eigen gebruik → zelf produceren

Slide 13 - Diapositive

Hoe kun je in je behoeften voorzien?
  • Zelfvoorziening
  • Kopen van goederen en diensten
  • Collectieve voorzieningen
  • Natuurlijke hulpbronnen/vrije goederen


Let op het verschil in middelen dat nodig is om in je behoefte te voorzien!

De overheid produceert goederen en diensten om behoeften van consumenten te vervullen.
Verbruik grondstoffen, recreatie in de natuur en frisse lucht.

Slide 14 - Diapositive

Drie formules

Bedrag : 100 x %

Deel : geheel x 100%

(Nieuw - oud) : oud x 100%

Slide 15 - Diapositive

Opdracht maken


Maken 2,3,5,6,7,9,10,12,13,15,16,18,19

Klaar? Ga verder met §1.4

Deze les worden opdrachten 9 en 18 besproken!
timer
15:00

Slide 16 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het einde van de les ken ik het verschil tussen verschillende soorten behoeftes. 

Aan het einde van de les ken ik het verschil tussen goederen en diensten.

Aan het einde van de les kan ik rekenen met percentages. 

Slide 17 - Diapositive