Blok 2 formele en informele taal

FORMELE EN INFORMELE TAAL
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

FORMELE EN INFORMELE TAAL

Slide 1 - Diapositive

Wat is het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik?

Slide 2 - Diapositive

Formeel:  
Netjes, chique (ouderwetse)taal, 
wanneer je beleeft wilt zijn. 
Informeel: Gewone taal, zoals je normaal tegen elkaar praat,
dagelijkse gebruik

Slide 3 - Diapositive

In welke situatie gebruik je formele en informele taal?

Slide 4 - Diapositive

Formeel:
Email,
Zakelijke brief 
Informeel:
whatsapp/
snapchat,
spreektaal

Slide 5 - Diapositive

Hoe herken je formele en informele taal?

Slide 6 - Diapositive

Formeel:

- u
-geachte heer/ mevrouw
-Met vriendelijke groet
-tot onze spijt
-moeilijkere woorden
-achternaam 
Informeel:

- je/ jij/ jou
-hallo/ hoi
-doei/ dag
-sorry
- makkelijkere woorden
-voornaam

Slide 7 - Diapositive

Formeel of informeel?
Ik zou het zeer op prijs stellen als u mij een bezoek zou willen brengen.

Slide 8 - Diapositive

Formeel of informeel?
Vertel eens wat over je groepje.

Slide 9 - Diapositive

Formeel of informeel?
Maak dat je wegkomt!

Slide 10 - Diapositive

Formeel of informeel?
Zou u mij willen laten weten wanneer u denkt langs te komen?

Slide 11 - Diapositive

Nu gaan jullie zelf aan de slag

Slide 12 - Diapositive