Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Herhaling H4.4
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Hier zie je een typeplaatje van een elektrisch apparaat. Hoeveel is het vermogen? vermogen
A
230
B
11
C
50-60
D
2400
Slide 3 - Quiz
Reken om. 5 kW = ............. W
A
5000
B
500
C
0,05
D
0,005
Slide 4 - Quiz
Reken om. 3500 W = ............. kW
A
35
B
350
C
3,5
D
3500000
Slide 5 - Quiz
Reken om: 135 W = ...........
A
135000 kW
B
1350 kW
C
0,135 kW
D
13,5 kW
Slide 6 - Quiz
Hier zie de meterstand van 1 januari en 1 februari 2022. Hoeveel energie is er gebruikt in januari? Schrijf de berekening op.
Slide 7 - Question ouverte
Op een groep is aangesloten: wasmachine 2,1 kW, broodrooster 0,95 kW en een haarföhn 0,8 kW. De zekering is 3,68 kW. Laat met een berekening zien of er wel of geen overbelasting is.
Slide 8 - Question ouverte
Met welke formule reken je het energieverbruik uit? energieverbruik = ...................
A
spanning x stroomsterkte
B
vermogen x tijd
C
vermogen x prijs
D
tijd x prijs
Slide 9 - Quiz
Een afkortzaag heeft een vermogen van 1200 W en is 3 uur gebruikt.
Bereken het energieverbruik in kWh.
vermogen = 1200 W = , tijd = 3 h
energie = x 3 h =
1200 W
1200 kWh
1,2 kW
1,2 kW
3,6 kWh
3600 kWh
Slide 10 - Question de remorquage
De energiemeters geven de stand aan op 1 januari 2018 en 31 december 2018. 1kWh kost € 0,32. Bereken de kosten voor 2018.