woorden oefenen week 38
1 / 20
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Vertaal:
de jongen
de jongen
Slide 2 - Question ouverte
Vertaal:
de nicht
de nicht
Slide 3 - Question ouverte
Vertaal:
de oom
de oom
Slide 4 - Question ouverte
Vertaal:
de vriend
de vriend
Slide 5 - Question ouverte
Vertaal:
het gezin
het gezin
Slide 6 - Question ouverte
Vertaal:
de zus
de zus
Slide 7 - Question ouverte
Vertaal:
de ouders
de ouders
Slide 8 - Question ouverte
Vertaal:
de broers
de broers
Slide 9 - Question ouverte
Vertaal:
de grootouders
de grootouders
Slide 10 - Question ouverte
Vertaal:
het meisje
het meisje
Slide 11 - Question ouverte
Vertaal:
het kind
het kind
Slide 12 - Question ouverte
Vertaal:
de broers en zussen
de broers en zussen
Slide 13 - Question ouverte
Vertaal:
de mannen
de mannen
Slide 14 - Question ouverte
Slide 15 - Diapositive
Vertaal:
zes
zes
Slide 16 - Question ouverte
Vertaal:
zeventien
zeventien
Slide 17 - Question ouverte
Vertaal:
zeven
zeven
Slide 18 - Question ouverte
Vertaal:
twee
twee
Slide 19 - Question ouverte
Vertaal:
twintig
twintig
