Leesvaardigheid 1-8
1 / 22
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
De 3 woordstrategieën:
Hoe vind ik een synoniem in een tekst?
Hoe vind ik de omschrijving in een tekst?
Hoe vind ik een voorbeeld in een tekst?
Er komt vaak een voorbeeld
Kijk tussen haakjes
Het gaat om 1 woord met dezelfde betekenis
Kijk in de zin ervoor of erna
Kijk na komma's
Kijk in de zin ervoor of erna
De woorden ''zoals'' , ''bijvoorbeeld'' en ''een''
Slide 3 - Question de remorquage
Typ de 3 woordstrategieën
die je geleerd hebt:
die je geleerd hebt:
Slide 4 - Question ouverte
Slide 5 - Diapositive
Welk antwoord is juist?
A
Oriënterend lezen doe je door de tekst van het begin tot einde te lezen
B
Oriënterend lezen doe je door de tekst niet tot het begin en einde te lezen
C
Oriënterend lezen doe je door de titel alleen te bekijken
D
Oriënterend lezen doe je door de titel, afbeeldingen, tussenkopjes en de inleiding te lezen
Slide 6 - Quiz
Wat is het onderwerp van
jouw nieuwsartikel?
jouw nieuwsartikel?
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Diapositive
Welk antwoord is juist?
A
De hoofdgedachte vinden doe je door een alinea te lezen en de kernzin als samenvatting te gebruiken
B
De hoofdgedachte vinden doe je door de tekst helemaal niet te lezen en uit jezelf een samenvatting te bedenken
C
De hoofdgedachte vinden doe je door de tekst precies te lezen en de tekst in 1 zin samenvatten
D
De hoofdgedachte vinden doe je door de tekst globaal te lezen en de tekst in 1 zin samenvatten
Slide 9 - Quiz
Wat is de hoofdgedachte van
jouw nieuwsartikel?
jouw nieuwsartikel?
Slide 10 - Question ouverte
Slide 11 - Diapositive
De tekstdoelen:
De tekstsoorten:
Tekstdoel: informeren
Tekstdoel: instrueren
Tekstdoel: overtuigen
nieuwsbericht
gebruiksaanwijzing
bespreking van een boek
schoolboek
spelregels
bespreking van een film
verslag
handleiding van een iPad
Slide 12 - Question de remorquage
Typ de 3 tekstdoelen
die je geleerd hebt:
die je geleerd hebt:
Slide 13 - Question ouverte
Tekstdoel: informeren
Tekstdoel: instrueren
Tekstdoel: overtuigen
Deze tekstdoel geeft de juiste informatie over een onderwerp
Deze tekstdoel schrijft of vertelt wat je van iets vindt en geeft je ook aan waarom je dat vindt
Deze tekstdoel geeft stap voor stap aan wat iemand moet doen. Gebruik doe-woorden
en woorden die volgorde aangeven
Slide 14 - Question de remorquage
Wat is het tekst doel van
jouw tekstsoort?
jouw tekstsoort?
Slide 15 - Question ouverte
Slide 16 - Diapositive
Welke zin is juist over de inleiding?
A
In een inleiding staat de meeste informatie van de tekst
B
In een inleiding maak je kennis met het onderwerp
C
In een inleiding staat stap voor stap uitgelegd hoe je het onderwerp kan vinden van de tekst
D
In een inleiding wordt het belangrijkste uit de tekst vaak kort herhaald
Slide 17 - Quiz
Welke zin is juist over
het middenstuk?
het middenstuk?
A
In een middenstuk maak je kennis met het onderwerp
B
In een middenstuk staat stap voor stap uitgelegd hoe je het onderwerp kan vinden van de tekst
C
In een middenstuk wordt het belangrijkste uit de tekst vaak kort herhaald
D
In een middenstuk staat de meeste informatie van de tekst
Slide 18 - Quiz
Welke zin is juist over het slot?
A
In het slot staat de meeste informatie van de tekst
B
In het slot wordt het belangrijkste uit de tekst vaak kort herhaald
C
In het slot staat stap voor stap uitgelegd hoe je het onderwerp kan vinden van de tekst
D
In het slot maak je kennis met het onderwerp
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Diapositive
Welk antwoord is juist?
A
Globaal lezen doe je door de tekst van het begin tot einde te lezen
B
Globaal lezen doe je door de titel alleen te bekijken
C
Globaal lezen doe je door de eerste en laatste regel te lezen van een alinea
D
Globaal lezen doe je door de tekst niet tot het begin en einde te lezen
Slide 21 - Quiz
Bedenk deelonderwerpen
voor jouw nieuwsartikel:
voor jouw nieuwsartikel:
