Bij elke tekst die je leest, kun je je afvragen: wat wil de schrijver, wat is zijn doel? Dit doel noemen we het tekstdoel.
Als je het tekstdoel hebt vastgesteld, weet je wat je kunt verwachten van een tekst.
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1
Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Tekstdoelen
Bij elke tekst die je leest, kun je je afvragen: wat wil de schrijver, wat is zijn doel? Dit doel noemen we het tekstdoel.
Als je het tekstdoel hebt vastgesteld, weet je wat je kunt verwachten van een tekst.
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Is het tekstdoel informeren, dan krijg je informatie over iets uit de werkelijkheid. Je leest de tekst om iets te weten te komen.
Is het tekstdoelamuseren, dan gaat de tekst vaak over verzonnen gebeurtenissen. Je leest de tekst om je te ontspannen.
Slide 3 - Diapositive
Tekstdoelen
Soms heeft een schrijver méér doelen met zijn tekst. Eén doel is altijd het belangrijkst. Dat doel noteer je als in een opdracht of een toets gevraagd wordt wat het tekstdoel is.
Aan één soort informatieve tekst besteden we in deze paragraaf apart aandacht besteed, namelijk aan de instructie: een uitleg in stappen hoe je iets moet doen.
Slide 4 - Diapositive
Wat is een voorbeeld van een informatieve tekst?
A
filmrecensie
B
stripverhaal
C
recept
D
affiche
Slide 5 - Quiz
Wat is een instructie?
Slide 6 - Carte mentale
Instructietekst
geen instructietekst
recept
gebruiks-aanwijzing
advertentie
handleiding
interview
knutselopdracht
nieuwsbericht
sportverslag
Slide 7 - Question de remorquage
De tekstdoelen informeren en amuseren...
snap ik goed
snap ik redelijk
snap ik een beetje
vind ik lastig
Slide 8 - Sondage
Tekstverbanden
Je weet al dat signaalwoorden een verband aangeven tussen woorden, zinnen of alinea’s. Bijvoorbeeld bij een opsomming of een tegenstelling.
In §2.3 en §3.3 heb je al 2 tekstverbanden
en veel voorkomende signaalwoorden geleerd.
Slide 9 - Diapositive
Welke 2 tekstverbanden ken je al?
Slide 10 - Carte mentale
Opsomming en tegenstelling
Slide 11 - Diapositive
Tekstverband 3: tijdsvolgorde
Slide 12 - Diapositive
Toen ik op school kwam, bleek het eerste lesuur uit te vallen.
Toen is het signaalwoord van een .... tekstverband
A
Tegenstellend
B
Tijdsvolgorde
C
Opsommend
Slide 13 - Quiz
Ook het tweede lesuur had ik best kunnen missen.
Ook is een signaalwoord voor een ..... tekstverband
A
Opsommend
B
Tijdsvolgorde
C
Tegenstellend
Slide 14 - Quiz
Veel meiden willen naar het optreden van Pink, maar er zijn maar een beperkt aantal kaarten te koop. Tekstverband =
A
tegenstellend
B
tijdsvolgorde
C
opsommend
Slide 15 - Quiz
Opdracht 1: lees de tekst en beantwoord daarna vragen