6.1 Woonplaats en werkplaats

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

6.1 Woonplaats en werkplaats

Leerdoelen

Rond het jaar 1000 werd er meer voedsel geproduceerd, door:

- meer landbouwgrond.

- verbeterde technieken.

Hierdoor groeit de bevolking van Europa.

Boeren brengen hun overschotten naar de markt. 

Niet iedereen hoeft meer boer te zijn. 

Dus: nijverheid en handel nemen toe.

Sommige markten groeiden uit tot steden.

Er kwam weer een landbouwstedelijke samenleving.

De verstedelijking ging het snelst in Noord-Italië, Vlaanderen en Holland.

Er kwam weer een geldeconomie.

Er kwamen ook banken. (Geld bewaren en uitlenen).

Een wisselbrief diende als ruilmiddel in plaats van geld.

Elke ambachtsman moest lid zijn van een gilde.

Gilde = vereniging van mannen met hetzelfde beroep.

In een gilde werden afspraken gemaakt over:

- prijs

- kwaliteit

- werktijden

- zorgen voor elkaar

- opleiding (leerling - gezel - meester).

Handelssteden in Noordwest-Europa gingen samenwerken:

De Hanze

Voordelen van de Hanze:

- geen tol betalen.

- samenwerken tegen piraten.

- koningen hielpen met de bescherming.

Weektaak:

- Lees 6.1

- Maak de opdrachten van 6.1 online.