Les 1 12/ 05

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Le lundi 12 mai

Plan du cours

1. Les buts du cours

2. Rappel grammaire I + quiz

3. Explications grammaire II

4. Travail en autonomie

5. Doelen bereikt? 

1. Les buts du cours

Kennis:

-Je kunt het werkwoord "prendre" vertalen en vervoegen.

-Je kan de juiste delend lidwoord met eten gebruiken.

2b. Grammaire I: Prendre (nemen)

Je prends                                 Ik neem

Tu prends                                Jij neemt

Il/elle/on prend                     Hij/zij/men neemt

Nous prenons                        Wij nemen

Vous prenez                             Jullie nemen/ U neemt

Ils/elles prennent                   Zij nemen 

Tip: Apprendre en Comprendre hebben dezelfde vervoeging

Het werkwoord "prendre" betekent...

1. mogen
2. kunnen
3. proeven
4. nemen

je (prendre, présent)

1. Je prenons
2. Je prend
3. Je prends
4. Je prenez

De tu- vorm van
"prendre" is...

1. prend
2. prends
3. prennent
4. prenez

De nous- vorm van
"prendre" is...

1. prends
2. prendons
3. prenons
4. prenez

De vous- vorm van
"prendre" is...

1. prenons
2. prendez
3. prenez
4. prennent

Elles..... (prendre, présent)

1. Elles prennent
2. Elles prends
3. Elles prend
4. Elles prenons

3. Grammaire II: Het delend lidwoord

Je moet een delend lidwoord gebruiken als je over eten/ drinken wil praten. 

Mannelijk woord = du (je voudrais du pain). 

Mannelijk woord die begint met een klinker/ h = de l' (de l'eau).

Vrouwelijk woord = de la (je voudrais de la chantilly).

Woord in het meervoud = des (je voudrais des chips).

Let op: Gebruik je een ontkenning/ hoeveelheidwoord? 

 Dan gebruik je  = de" /"d' "

Je prends ..... poisson (le).
(Kies het goede delend lidwoord)

1. de la
2. du
3. de l'
4. des

Geef het juiste delend lidwoord.
'Elle prend ..... limonade (la).'

1. du
2. de la
3. de l'
4. des

Geef het juiste delend lidwoord.
'Tu prend ..... bananes (les)?'

1. du
2. de la
3. de l'
4. des

Deux kilos ....... pommes
(Kies het goede delend lidwoord)

1. des
2. de la
3. de
4. géén lidwoord

4. Le travail du jour

En autonomie

Tu fais les exercices Grammaire II : 16A à 16E

Ensemble

Entraînement pour le test d'écoute 4.5 exercice 1 et 2. 

Réviser les mots et les phrases (FR->NL).

Les buts du cours

Kennis:

-Je kunt het werkwoord "prendre" vertalen en vervoegen.

-Je kan de juiste delend lidwoord met eten gebruiken.