oefenvragen voor de toets

Oefenvragen toets

Telefoon in de telefoontas
Ga zitten volgens de plattegrond
Pak je schrift en je pen.
Maak de startopdracht.

1 / 19

Slide 1: Diapositive

NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

La durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Oefenvragen toets

Telefoon in de telefoontas
Ga zitten volgens de plattegrond
Pak je schrift en je pen.
Maak de startopdracht.

Slide 1 - Diapositive

Starter for ten (4 minuten)

Bereken de hoogte, als een voorwerp valt en komt op de aarde met een snelheid van 5 m/s. Het voorwerp heeft een massa van 20 kg.

https://www.online-stopwatch.com/bomb-countdown/full-screen/

Slide 2 - Diapositive

Spullen bij je.

boek
schrift
rekenmachine
pen/potlood
geodriehoek of liniaal
huiswerk gemaakt

https://www.online-stopwatch.com/chance-games/roll-a-dice/full-screen/

Slide 3 - Diapositive

Doelen van deze les

Maken van oefenvragen voor de toets
Begrippen trainen

Slide 4 - Diapositive

Begrippen oefenen.

Per tweetal is er één telefoon aanwezig.

Je geeft je normale naam op van degene met de telefoon

https://quizlet.com/547349048/mavo-3-natuurkunde-begrippenlijst-paragraaf-32-flash-cards/

Slide 5 - Diapositive

Vragen oefenen

Bereken het rendement van een stuiterbal. De stuiterbal, met een massa van 50 gram (... kg) wordt losgelaten op een hoogte van 20 meter.

Bij de tweede keer stuiteren heeft de stuiterbal een maximale snelheid van 18 km/h (... m/s)

https://www.online-stopwatch.com/c4-timer/

Slide 6 - Diapositive

Antwoord Noteer de vraag

Bereken het rendement van een stuiterbal. De stuiterbal, met een massa van 50 gram (... kg) wordt losgelaten op een hoogte van 20 meter.

Bij de tweede keer stuiteren heeft de stuiterbal een maximale snelheid van 18 km/h (... m/s)

Vraag:

η = . . .

Slide 7 - Diapositive

Antwoord Noteer de formules

Bereken het rendement van een stuiterbal. De stuiterbal, met een massa van 50 gram (... kg) wordt losgelaten op een hoogte van 20 meter.

Bij de tweede keer stuiteren heeft de stuiterbal een maximale snelheid van 18 km/h (... m/s)

Vraag:

η = . . .

η = \frac{​ E ^{​ n ​ ​} ​ ​}{​ E ^{​ t ​ ​} ​} \cdot 100

E^{​ k i n ​ ​} = \frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​} \cdot m \cdot v^{​ 2 ​ ​}

E^{​ p o t ​ ​} = m \cdot g \cdot h

Slide 8 - Diapositive

Antwoord Noteer de gegevens

Bereken het rendement van een stuiterbal. De stuiterbal, met een massa van 50 gram (... kg) wordt losgelaten op een hoogte van 20 meter.

Bij de tweede keer stuiteren heeft de stuiterbal een maximale snelheid van 18 km/h (... m/s)

Vraag:

Gegevens:

m = 50 gram = 5 decagram = 0,5 hectogram = 0,05 kg

h = 20 m

v = 18 km/h : 3,6 = 5 m/s

==> v2 = 52 = 25

η = . . .

η = \frac{​ E ^{​ n ​ ​} ​ ​}{​ E ^{​ t ​ ​} ​} \cdot 100

E^{​ k i n ​ ​} = \frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​} \cdot m \cdot v^{​ 2 ​ ​}

E^{​ p o t ​ ​} = m \cdot g \cdot h

Slide 9 - Diapositive

Antwoord Bereken de energie in het begin (met de hoogte)

en op het eind (met de snelheid)

Bereken het rendement van een stuiterbal. De stuiterbal, met een massa van 50 gram (... kg) wordt losgelaten op een hoogte van 20 meter.

Bij de tweede keer stuiteren heeft de stuiterbal een maximale snelheid van 18 km/h (... m/s)

Vraag:

Gegevens:

m = 50 gram = 5 decagram = 0,5 hectogram = 0,05 kg

h = 20 m g = 10 m/s2 (aarde)

v = 18 km/h : 3,6 = 5 m/s

==> v2 = 52 = 25

η = . . .

η = \frac{​ E ^{​ n ​ ​} ​ ​}{​ E ^{​ t ​ ​} ​} \cdot 100

E^{​ k i n ​ ​} = \frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​} \cdot m \cdot v^{​ 2 ​ ​}

E^{​ p o t ​ ​} = m \cdot g \cdot h

E^{​ p o t ​ ​} = 0, 05 \cdot 10 \cdot 20 = 10 J

E^{​ k i n ​ ​} = \frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​} \cdot 0, 05 \cdot 25 = 0, 625 J

Slide 10 - Diapositive

Antwoord Bereken het rendement met de twee energiesoorten

Bereken het rendement van een stuiterbal. De stuiterbal, met een massa van 50 gram (... kg) wordt losgelaten op een hoogte van 20 meter.

Bij de tweede keer stuiteren heeft de stuiterbal een maximale snelheid van 18 km/h (... m/s)

Vraag:

Gegevens:

m = 50 gram = 5 decagram = 0,5 hectogram = 0,05 kg

h = 20 m g = 10 m/s2 (aarde)

v = 18 km/h : 3,6 = 5 m/s

==> v2 = 52 = 25

η = . . .

η = \frac{​ E ^{​ n ​ ​} ​ ​}{​ E ^{​ t ​ ​} ​} \cdot 100

E^{​ k i n ​ ​} = \frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​} \cdot m \cdot v^{​ 2 ​ ​}

E^{​ p o t ​ ​} = m \cdot g \cdot h

E^{​ p o t ​ ​} = 0, 05 \cdot 10 \cdot 20 = 10 J

E^{​ k i n ​ ​} = \frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​} \cdot 0, 05 \cdot 25 = 0, 625 J

η = \frac{​ 0 , 6 2 5 ​ ​}{​ 1 0 ​} \cdot 100

η = 6, 25

Slide 11 - Diapositive

Vragen oefenen

Bereken het rendement van een waterkoker.

De warmte die nodig is om 1,5 liter water aan de kook te krijgen is 504 kJ.

De waterkoker doet er 10 minuten over (neem het gemiddelde vermogen) om het water aan de kook te krijgen.

https://www.online-stopwatch.com/c4-timer/

Slide 12 - Diapositive

Antwoord Noteer de vraag

Bereken het rendement van een waterkoker.

De warmte die nodig is om 1,5 liter water aan de kook te krijgen is 504 kJ.

De waterkoker doet er 10 minuten over (neem het gemiddelde vermogen) om het water aan de kook te krijgen.

Vraag:

η = . . .

Slide 13 - Diapositive

Antwoord Noteer de formules

Bereken het rendement van een waterkoker.

De warmte die nodig is om 1,5 liter water aan de kook te krijgen is 504 kJ.

De waterkoker doet er 10 minuten over (neem het gemiddelde vermogen) om het water aan de kook te krijgen.

Vraag:

η = . . .

η = \frac{​ E ^{​ n ​ ​} ​ ​}{​ E ^{​ t ​ ​} ​} \cdot 100

E^{​ e l ​ ​} = P \cdot t

Slide 14 - Diapositive

Antwoord Noteer de gegevens

Bereken het rendement van een waterkoker.

De warmte die nodig is om 1,5 liter water aan de kook te krijgen is 504 kJ.

De waterkoker doet er 10 minuten over (neem het gemiddelde vermogen) om het water aan de kook te krijgen.

Vraag:

Gegevens:

En = 504 kJ = 5040 hJ = 50400 daJ = 504 000 J

P= gemiddelde van 1850 en 2200 W = 2025 W

t = 10 minuten = 10 x 60 = 600 s

η = . . .

η = \frac{​ E ^{​ n ​ ​} ​ ​}{​ E ^{​ t ​ ​} ​} \cdot 100

E^{​ e l ​ ​} = P \cdot t

Slide 15 - Diapositive

Antwoord Noteer de sommen

en het antwoord

Bereken het rendement van een waterkoker.

De warmte die nodig is om 1,5 liter water aan de kook te krijgen is 504 kJ.

De waterkoker doet er 10 minuten over (neem het gemiddelde vermogen) om het water aan de kook te krijgen.

Vraag:

Gegevens:

En = 504 kJ = 5040 hJ = 50400 daJ = 504 000 J

P= gemiddelde van 1850 en 2200 W = 2025 W

t = 10 minuten = 10 x 60 = 600 s

(de elektrische energie is de totale energie)

η = . . .

η = \frac{​ E ^{​ n ​ ​} ​ ​}{​ E ^{​ t ​ ​} ​} \cdot 100

E^{​ e l ​ ​} = P \cdot t

E^{​ e l ​ ​} = 2025 \cdot 600 = 1215000 J

η = \frac{​ 5 0 4 0 0 0 ​ ​}{​ 1 2 1 5 0 0 0 ​} \cdot 100

η = 41, 5

Slide 16 - Diapositive

Zelf maken:

Bereken de snelheid van een auto met een massa van 1500 kg die een kinetische energie heeft van 468,75 kJ.

Noteer het antwoord in km/h

(90 km/h)

Slide 17 - Diapositive

Doelen van deze les

Maken van oefenvragen voor de toets
Begrippen trainen

Slide 18 - Diapositive

Starter for ten (het antwoord)

Bereken de hoogte, als een voorwerp valt en komt op de aarde met een snelheid van 5 m/s. Het voorwerp heeft een massa van 20 kg.

vraag:h

mogelijke formules:

Ekin=0,5*m*v2

Epot=m*g*h

Ekin=Epot

gegevens:

v=5m/s dus v2=25

m=20kg

g(aarde)=10m/s2

som:

Ekin=0,5x20x25 =250 J

Epot=Ekin=250J

250=20x10xh

antwoordzin:

h=1,25m

Slide 19 - Diapositive

oefenvragen voor de toets

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Plus de leçons comme celle-ci

2022 2023 - H3 - Vakflexuur 30-3-20233

Werken met grootheden en eenheden

608

H11 Energie Samenvatting

herhaling H11 energie

Les 3 w3b, Warmte en energie

Oefentoets Hoofdstuk Energie HAVO v2

611 - 4H