Leerstof herhalen

H7 De arbeidsmarkt
Lees de vraag

Noteer altijd een berekening wanneer je iets moet berekenen

Je mag een rekenmachine gebruiken
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

H7 De arbeidsmarkt
Lees de vraag

Noteer altijd een berekening wanneer je iets moet berekenen

Je mag een rekenmachine gebruiken

Slide 1 - Diapositive

De totale vraag naar arbeid noemen we ook wel
A
werkgelegenheid
B
beroepsbevolking
C
arbeidsplaatsen
D
vacatures

Slide 2 - Quiz

Het totale aanbod van arbeid noemen we ook wel
A
werkgelegenheid
B
beroepsbevolking
C
arbeidsplaatsen
D
vacatures

Slide 3 - Quiz

Een vacature is hetzelfde als
A
een bezette arbeidsplaats
B
een werknemer
C
een werkgever
D
een onbezette arbeidsplaats

Slide 4 - Quiz

Uit hoeveel personen bestaat de beroepsbevolking?
A
9,4 miljoen
B
9,764 miljoen
C
12,8 miljoen
D
13,164 miljoen

Slide 5 - Quiz

De arbeidsmarkt bestaat uit
A
de totale vraag naar arbeid
B
het totale aanbod van arbeid
C
totale vraag + aanbod van arbeid
D
alle Nederlanders tussen 15 - 75 jaar

Slide 6 - Quiz

In welke provincie is de werkloosheid het hoogst?
A
Utrecht
B
Zuid-Holland
C
Noord-Brabant
D
Groningen

Slide 7 - Quiz

In welke provincie is de werkloosheid het laagst?
A
Utrecht
B
Zuid-Holland
C
Noord-Brabant
D
Groningen

Slide 8 - Quiz

Wie heeft er geen leidinggevende functie?
A
Docent
B
Onderwijsmanager
C
Directeur
D
Voorzitter van de Raad van Bestuur

Slide 9 - Quiz

Wie heeft er geen uitvoerende functie?
A
Cassière
B
Vakkenvuller
C
Teamleider
D
Medewerker broodafdeling

Slide 10 - Quiz

Met een goede beroepsopleiding heb je een:
A
Sterke positie op de arbeidsmarkt
B
Zwakke positie op de arbeidsmarkt

Slide 11 - Quiz

Op welke manier verandert de vraag naar arbeid?
Er worden meer zonnepanelen verkocht dan verwacht
Er ontstaat een vacature omdat een docent een andere baan heeft.
Supermarkten stappen steeds meer over op zelfscankassa's
Stijgt
Daalt
Blijft gelijk

Slide 12 - Question de remorquage

Roderick zoekt werk, maar heeft zich niet ingeschreven bij het UWV. Roderick is .......... werkloos (vul het woord op de puntjes in)

Slide 13 - Question ouverte

Roderick (van de vorige vraag) woont ook nog eens in een gebied waar de werkloosheid hoger is dan in de rest van NL. Hoe noem je die werkloosheid?

Slide 14 - Question ouverte

Bij de volgende vraag!
Stel, jij bent eigenaar van een bedrijf dat zonnepanelen plaatst en je bent op zoek naar een werknemer. Er solliciteren twee mensen bij je:
1. Een jonge sollicitant zonder werkervaring in de techniek maar met relevant mbo diploma
2. Een oudere sollicitant met werkervaring in de techniek maar zonder relevant mbo diploma

Slide 15 - Diapositive

Welke sollicitant zou je aannemen? Beargumenteer waarom je deze sollicitant aan zou nemen. Geef minstens twee redenen.

Slide 16 - Question ouverte

Bij de volgende vraag!
Bereken de stijging of daling van het aanbod van arbeid

Slide 17 - Diapositive

Intreders: 183.000
Uittreders: 159.000

Slide 18 - Question ouverte

Intreders: 195.000
Uittreders: 206.000

Slide 19 - Question ouverte

Intreders: 121.000
Uittreders: 121.000

Slide 20 - Question ouverte

CAO
Arbeidsovereenkomst
Loon
Werktijden
vakantiedagen
Startdatum
einddatum
bepaalde of onbepaalde tijd
Handtekening werknemer

Slide 21 - Question de remorquage

Sleep de arbeidsvoorwaarden naar de juiste plek in de arbeidsovereenkomst.
Arbeidsvoorwaarden
Werkuren per dag
Loon
Aantal vakantiedagen

Slide 22 - Question de remorquage

Zoek de zinsdelen bij elkaar (sleep van links naar rechts)
waarin werkgever en werknemer zonder reden de arbeidsovereenkomst kunnen beëindigen.
lager zijn dan het minimumloon of het minimumjeugdloon.
staan de rechten en plichten van jou en je baas.
de afspraken die gelden als je ergens werkt.
die geldt voor alle werknemers binnen dezelfde bedrijfstak.
op je rekening gestort krijgt.
Arbeisdvoorwaarden zijn
In je individuele arbeidsovereenkomst
Nettoloon is het geld dat je
Je loon mag niet
De proeftijd is de tijd
Een CAO is een arbeidsovereenkomst

Slide 23 - Question de remorquage

Waar staat de afkorting CV voor?
A
Carnavals Vereniging
B
Curriculum Vitae
C
Centrale Verwarming
D
Cirriculum Vutae

Slide 24 - Quiz

Wat staat er in je cv?
A
werkervaring, hobby's en opleidingen
B
de naam van je mentor
C
wie je ouders zijn en je school
D
dat je eigenlijk liever lui dan moe bent

Slide 25 - Quiz


Motivatiebrief =
A
overzicht van jouw gegevens
B
de taken die jij uitvoert op het werk
C
Brief die je schrijft over waarom je de baan wilt.
D
Iets wat jij echt leuk vindt

Slide 26 - Quiz

Er zijn verschillende soorten werkloosheid. Kies de juiste omschrijving bij de juiste soort werkloosheid
Structurele werkloosheid
Conjuncturele werkloosheid
Regionale werkloosheid
Frictie werkloosheid
Seizoenswerkloosheid
Werkloosheid die ontstaat door blijvende veranderingen.
Werkloosheid als gevolg van dalende bestedingen
Werkloosheid die in een bepaald gebied hoger is
Werkloosheid vanwege de tijd die het kost om te solliciteren
Werkloosheid omdat er maar een deel van het jaar werk is

Slide 27 - Question de remorquage

Conjuncturele werkloosheid
Fricitiewerkloosheid
Structurele werkloosheid
Regionale werkloosheid
Seizoenswerkloosheid

Slide 28 - Question de remorquage

Klaar!
Alles gemaakt? 

Druk rechtsonder op het kruisje en lever je werk in

Je mag iets voor jezelf doen in stilte

Slide 29 - Diapositive