Voorstellen
1 / 23
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Welke zin is goed?
A
Mijn is naam Esther
B
Mijn naam is Esther
C
Naam mijn is Esther
D
Naam is Esther mijn
Slide 4 - Quiz
Esther
mijn
is
naam
Slide 5 - Question de remorquage
Welke kleur zie je?
A
Blauw
B
Groen
C
Rood
D
Geel
Slide 6 - Quiz
Welke kleur zie je?
A
Blauw
B
Groen
C
Rood
D
Geel
Slide 7 - Quiz
Welke kleur zie je?
A
Blauw
B
Geel
C
Roze
D
Paars
Slide 8 - Quiz
Welke kleur zie je?
A
Groen
B
Oranje
C
Rood
D
Paars
Slide 9 - Quiz
Rood
Blauw
Slide 10 - Question de remorquage
Slide 11 - Question de remorquage
Blauw
Roze
Oranje
Geel
Slide 12 - Question de remorquage
Wat zie je op het plaatje?
A
melk
B
Koffie
C
cola
D
thee
Slide 13 - Quiz
Wat zie je op het plaatje?
A
Cola
B
Melk
C
Appelsap
D
Thee
Slide 14 - Quiz
Wat zie je op het plaatje?
A
Pijn
B
fiets
C
Cola
D
Thee
Slide 15 - Quiz
Koorts
Thermo
meter
Pijn
Thee
Slide 16 - Question de remorquage
kop
schotel
koffie
water
Slide 17 - Question de remorquage
kop
water
thee
Slide 18 - Question de remorquage
(laatste)
koelkast
melk
drinken
pak melk
datum
Slide 19 - Question de remorquage
de kaas
de olie
de worst
de hagelslag
de thee
de koffie
Slide 20 - Question de remorquage
fluitketel
theezakje
theezeefje
waterkoker
theepot
thee-ei
Slide 21 - Question de remorquage
week
geel
zeep
keel
Slide 22 - Question de remorquage
Zij eet brood.
Zij drinkt een glas wijn.
Zij drinkt thee.
