n2tijd
1 / 15
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Het is 6 uur in de avond. Schrijf de tijd als digitale tijd. (met : en GEEN uur erbij)
Slide 2 - Question ouverte
Je moet 5 uur en 30 minuten rijden.
Je vertrekt om half zes. Wanner ben je er?
Je vertrekt om half zes. Wanner ben je er?
A
12.00
B
11.30
C
11.00
D
12.30
Slide 3 - Quiz
Rond het volgende getal
af op 1 decimaal 56,456
af op 1 decimaal 56,456
timer
0:20
A
56,5
B
56,4
C
56,0
D
57,0
Slide 4 - Quiz
Hoeveel weken zitten er in een jaar?
Slide 5 - Question ouverte
De tijd is nu 15.30. Om 16.10 begint het schoolfeest. Hoeveel minuten duurt dat nog?
Slide 6 - Question ouverte
Hoeveel minuten heeft een uur?
Slide 7 - Question ouverte
Hoeveel seconden zitten er in een minuut?
Slide 8 - Question ouverte
Hoeveel seconden zitten er in een uur?
Slide 9 - Question ouverte
Hoeveel dagen heeft de maand mei?
Slide 10 - Question ouverte
Koppel breuk aan bijbehorend percentage
10%
20 %
25 %
12,5 %
50 %
Slide 11 - Question de remorquage
Rechthoek
Cirkel
Cilinder
Kegel
Kubus
Slide 12 - Question de remorquage
3 ton is...
euro
kilogram
3 000
30 000
300 000
3 000 000
Slide 13 - Question de remorquage
Korting, betekent dat je de korting van de prijs af haalt?
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quiz
Een horloge kost€150.Je krijgt 70% korting.Hoeveel korting krijg je?
A
105
B
80
C
130
D
145
