Rekenen met schaal en referentiematen

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

 Rekenen met schaal

Oriëntatie in de twee- en drie- dimensionale wereld

Leerdoelen 

• Je leert rekenen met schaal
• Je leert voorwerpen in verhouding vergroten en verkleinen

Wat is waar over het begrip 'schaal'?

1. Een schaal is altijd in cm.
2. Een schaal is altijd in dm.
3. Het eerste getal is de vergroting, de tweede de verkleining
4. Al deze antwoorden zijn waar.

Wat is een schaal?

1. verkleining van de werkelijkheid
2. vergroting van de werkelijkheid
3. verhouding tussen het model en het origineel
4. een kopie tussen het model en het origineel

Wat betekent de schaal 1 : 50.000

1. 1cm is in werkelijkheid 50.000 cm
2. 1m is in werkelijkheid 50.000 meter
3. 1 cm is in werkelijkheid 500 cm
4. 1m is in werkelijkheid 50.000 cm

Hoeveel meter hoog is de Eiffeltoren
in werkelijkheid?

in meters

Hoeveel meter hoog is de Eiffeltoren in werkelijkheid?

 m.

32.400 :100= 324 meter

1	20
1620	32.400

Een distributiecentrum heeft op een kaart een lengte van 5 cm, met een schaal van 1:1000. Wat is de echte lengte?

1. 50 meter
2. 5000 centimeter
3. 5 meter
4. 500 meter

Een speelgoedferrari is 4 cm
de echte Ferrari is 4 meter.
Wat is de schaal?

1. 1:10000
2. 1:1000
3. 1:100
4. 1:10

Een kaart heeft een schaal van:
1 : 50.000
dit betekent dat 1 cm op de kaart =

1. 50 km
2. 0,5 km
3. 5 km
4. 5000 m

Referentiematen

Oriëntatie in de twee- en drie- dimensionale wereld

Leerdoelen 

• Je leert schattingen maken met referentiematen voor oppervlakte en inhoud

Wat zijn referentiematen?

Waar kom je referentiematen tegen?

Nederland telt ongeveer ... miljoen inwoners.

1. 2 miljoen
2. 10 miljoen
3. 17 miljoen
4. 25 miljoen

Je wandelt ongeveer ... km/h.

1. 2 km
2. 5 km
3. 8 km
4. 10 km

Een verdieping van een gebouw in ongeveer .... hoog.

1. 3 m
2. 30 m
3. 30 cm
4. 3 cm

Een volwassen man is ongeveer .... lang.

1. 15 cm
2. 2000 cm
3. 1,80 m
4. 0,87 m

De hoogte van een deur is ongeveer ....

1. 2 dm
2. 2 cm
3. 2 m

Je fietst ongeveer ... km/h.

1. 10 km
2. 12 km
3. 15 km
4. 20 km

1.6 referentiematen

1.6 referentiematen

Huiswerk

1. Maak de opdrachten van 2.9 online of in het boek.
2. Maak de opdrachten van 2.10 online of in het boek.
3. Kijk het na en lever in in Teams.