330 les 3: 1.2 / Procentuele toename en afname - 3M



● Leerdoelen bespreken
● Terugblik: Vk1 t/m 1.1
● Uitleg: 1.2
● Zelfstandig werken
● Leerdoel behaald?
Welkom bij wiskunde
bij
bij
in de tas.
Laptop 
Leg je spullen op tafel
Wat gaan we doen?
Pak een wisbordje
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon



● Leerdoelen bespreken
● Terugblik: Vk1 t/m 1.1
● Uitleg: 1.2
● Zelfstandig werken
● Leerdoel behaald?
Welkom bij wiskunde
bij
bij
in de tas.
Laptop 
Leg je spullen op tafel
Wat gaan we doen?
Pak een wisbordje

Slide 1 - Diapositive

Beginpagina zonder timer.

Plaatje aanpassen aan het onderwerp van de les.
Leerdoelen


Je kunt de procentuele toename
 en afname berekenen.

H1: Procenten

1. Percentage gegeven
2. Procentuele toe- en afname
3. Procenten en grote getallen
4. Terugrekenen naar 100%
5. Promille
6. Exponentiele formule


H6: Verschillende verbanden


1. Kwadratische verbanden
2. Wortelverbanden
3. Machtsverbanden
4. Periodieke verbanden
 

Slide 2 - Diapositive

Bovenbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.

Het hoofdstuk waar je nu in werkt in het blauwe vak. 
Het hoofdstuk / de hoofdstukken wat er nog aan komt in deze SE-periode, of die al geweest is/zijn in het zwarte vak plaatsen. 
Wel de volgorde van aanbod van boven naar beneden laten lopen.
Op hoeveel decimalen ronden we, volgens afspraak, procenten af?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

31
32
33,3%
0,666...
______________
______________
1/4
10%
20%
1/10
0,25
66,6%
12,5%
0,333...
0,125
0,01
66,7%

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik
timer
2:00

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik
Manier %tabel:




____________________
Manier Xfactor:
100 - 2,5 = 97,5 % blijft over
Xfactor = 97,5 : 100 = 0,975
0,975 x 4,50 = 4,3875
Dus de nieuwe prijs is € 4,39.
 100 - 2,5 = 97,5
Dus de nieuwe prijs is € 4,39.
Zwembad
Prijs in €  4,50      x         ?
1        97,5
:100       x 97,5
:100       x 97,5
4,50 : 100 x 97,5 = 4,3875

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik
timer
2:00

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik
Manier %tabel:




____________________
Manier Xfactor:
100 + 21 = 121 % inclusief
Xfactor = 121 : 100 = 1,21
1,21 x 8,50 = 10,285
Dus Zayen betaalt contant
€ 10,30.
 100 + 21 = 121
Dus Zayen betaalt contant € 10,30.
Glazen
Prijs in €  8,50      x         ?
1        121
:100       x 121
:100       x 121
8,50 : 100 x 121 = 10,285

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

BTW
BTW = Belasting Toegevoegde Waarde

Dit is de belasting die we over alle goederen en diensten betalen.
Dit is 21% of 9%. 
9% is voor de eerste levensbehoefte en sommige diensten, de rest is 21%. 


  • Velen kennen dit al van Economie:

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ex. btw
Incl. btw
x 1,21
: 1,09
x 1,09
: 1,21
of
of
Economie   Economie
Economie   Economie

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.2: Procentuele toename en afname
De volgende termen moet je kennen:

  • BTW = Belasting Toegevoegde Waarde

  • Absolute toename = 

  • Relatieve toename = 
Schrijf dus in je aantekeningen.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.2: Procentuele toename en afname
De volgende termen moet je kennen:

  • BTW = Belasting Toegevoegde Waarde

  • Absolute toename = toename in aantallen.

  • Relatieve toename = Procentuele toename = toename in procenten.
Schrijf dus in je aantekeningen.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.2: Procentuele toename en afname
De volgende termen moet je kennen:

  • BTW = Belasting Toegevoegde Waarde

  • Absolute toename = toename in aantallen.

  • Relatieve toename = Procentuele toename = toename in procenten.
Schrijf dus in je aantekeningen.
Absolute en relatieve afname weet je hiermee ook.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.2: Procentuele toename en afname

Voorbeeld opgave:



Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.2: Procentuele toename en afname

Voorbeeld opgave:



Van € 85,-
NU VOOR € 65,-

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.2: Procentuele toename en afname

Voorbeeld opgave:

Wat is de absolute afname?

Van € 85,-
NU VOOR € 65,-

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.2: Procentuele toename en afname

Voorbeeld opgave:

Wat is de absolute afname?
85 - 65 = 20.
De absolute afname is € 20,-
Van € 85,-
NU VOOR € 65,-

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.2: Procentuele toename en afname
De absolute afname is € 20,-
Wat is de relatieve afname?
Van € 85,-
NU VOOR € 65,-

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.2: Procentuele toename en afname
De absolute afname is € 20,-
Wat is de relatieve afname?
Van € 85,-
NU VOOR € 65,-

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.2: Procentuele toename en afname
De absolute afname is € 20,-
Wat is de relatieve afname?
Van € 85,-
NU VOOR € 65,-
Trui
Prijs
 in €

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.2: Procentuele toename en afname
De absolute afname is € 20,-
Wat is de relatieve afname?
Van € 85,-
NU VOOR € 65,-
Trui
Prijs
 in €
85            

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.2: Procentuele toename en afname
De absolute afname is € 20,-
Wat is de relatieve afname?
Van € 85,-
NU VOOR € 65,-
Trui
         ?
Prijs
 in €
85            20

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.2: Procentuele toename en afname
De absolute afname is € 20,-
Wat is de relatieve afname?
Van € 85,-
NU VOOR € 65,-
Trui
         ?
Prijs
 in €
85            20
    85 - 65 = 20

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.2: Procentuele toename en afname
De absolute afname is € 20,-
Wat is de relatieve afname?
Van € 85,-
NU VOOR € 65,-
Trui
x       ?
Prijs
 in €
85     1      20
    85 - 65 = 20

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.2: Procentuele toename en afname
De absolute afname is € 20,-
Wat is de relatieve afname?
Van € 85,-
NU VOOR € 65,-
Trui
x       ?
Prijs
 in €
85     1      20
    85 - 65 = 20

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.2: Procentuele toename en afname
De absolute afname is € 20,-
Wat is de relatieve afname?
Van € 85,-
NU VOOR € 65,-
Trui
x       ?
Prijs
 in €
85     1      20
    85 - 65 = 20
: 85       x 20

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.2: Procentuele toename en afname
De absolute afname is € 20,-
Wat is de relatieve afname?







Van € 85,-
NU VOOR € 65,-
Trui
x       ?
Prijs
 in €
85     1      20
    85 - 65 = 20
: 85       x 20
: 85       x 20

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.2: Procentuele toename en afname
De absolute afname is € 20,-
Wat is de relatieve afname?




100 : 85 x 20 = 


Van € 85,-
NU VOOR € 65,-
Trui
x       ?
Prijs
 in €
85     1      20
    85 - 65 = 20
: 85       x 20
: 85       x 20

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.2: Procentuele toename en afname
De absolute afname is € 20,-
Wat is de relatieve afname?




100 : 85 x 20 = 23,529...


Van € 85,-
NU VOOR € 65,-
Trui
x       ?
Prijs
 in €
85     1      20
    85 - 65 = 20
: 85       x 20
: 85       x 20

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.2: Procentuele toename en afname
De absolute afname is € 20,-
Wat is de relatieve afname?




100 : 85 x 20 = 23,529...
Dus de relatieve afname is ong. 23,5 %.

Van € 85,-
NU VOOR € 65,-
Trui
x       ?
Prijs
 in €
85     1      20
    85 - 65 = 20
: 85       x 20
: 85       x 20

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stappenplan rekenen met procenten
  1. Vraag jezelf af of de vraag over procenten gaat.
  2. Zo ja, maak dan het schema.
    Met de goede titel en het goede "aantal".
  3. Vul het getal onder de 100 in. (ALLES)
  4. Vul het getal achteraan in. 
    - Krijg je een %, dan bovenin.
    - Krijg je een aantal, dan onderin.
  5. Zet tussen de twee ingevulde getallen een 1.
  6. Zet de verhoudingspijlen er bij en vul hier de berekeningen in.
  7. Reken het gevraagde getal uit. (niet afronden)
  8. Schrijf je conclusie op. Dus... (hier mag je afronden)

Procenten afronden op 1 decimaal.

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Economie   Economie
Economie   Economie
procentuele verandering=oud(nieuwoud)×100
positief antwoord hoort bij procentuele toename.
negatief antwoord hoort bij procentuele afname.

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.2: Procentuele toename en afname
De absolute afname is € 20,-
Wat is de relatieve afname?
Van € 85,-
NU VOOR € 65,-

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.2: Procentuele toename en afname
De absolute afname is € 20,-
Wat is de relatieve afname?
Van € 85,-
NU VOOR € 65,-
% verandering=oud(nieuwoud)×100

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.2: Procentuele toename en afname
De absolute afname is € 20,-
Wat is de relatieve afname?





Dus de relatieve afname is ong. 23,5 %.

Van € 85,-
NU VOOR € 65,-
% verandering=oud(nieuwoud)×100
% verandering=     85(8565)    ×100
% verandering=    23,529...

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Besproken leerdoelen


Je kunt de procentuele toename
 en afname berekenen.

H1: Procenten

1. Percentage gegeven
2. Procentuele toe- en afname
3. Procenten en grote getallen
4. Terugrekenen naar 100%
5. Promille
6. Exponentiele formule


H6: Verschillende verbanden


1. Kwadratische verbanden
2. Wortelverbanden
3. Machtsverbanden
4. Periodieke verbanden
 

Slide 36 - Diapositive

Bovenbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.

Het hoofdstuk waar je nu in werkt in het blauwe vak. 
Het hoofdstuk / de hoofdstukken wat er nog aan komt in deze SE-periode, of die al geweest is/zijn in het zwarte vak plaatsen. 
Wel de volgorde van aanbod van boven naar beneden laten lopen.
Huiswerk
Maken van H1:
Paragraaf 1.2 volgens jouw leerroutes

Nakijken en verbeteren:
Huiswerk van H1 tot nu toe.



timer
4:00
Achter de les
Testopgaven op 
B -> blz 15

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 39 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 41 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions