Apprendre 1 en 2
1 / 14
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat betekent le stylo?
A
De pen
B
Zaterdag
C
De computer
D
De leerling
Slide 2 - Quiz
Wat betekent l'ordinateur ?
A
De pen
B
Leren
C
De computer
D
De oefening
Slide 3 - Quiz
Wat betekent apprendre ?
A
Zaterdag
B
Leren
C
De tablet
D
Wiskunde
Slide 4 - Quiz
Wat betekent le stylo?
A
De pen
B
Aardrijkskunde
C
Donderdag
D
De leerling
Slide 5 - Quiz
Wat betekent l'élève ?
A
Zaterdag
B
De leerling
C
Het boek
D
Het huiswerk
Slide 6 - Quiz
Wat betekent le livre?
A
De dagen van de week
B
Maandag
C
Geschiedenis
D
Het boek
Slide 7 - Quiz
Wat betekent jeudi?
A
Donderdag
B
Vrijdag
C
Zondag
D
Zaterdag
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Diapositive
Wat is de betekenis van: na ?
A
À midi
B
Après
C
Zondag
D
Les devoirs
Slide 10 - Quiz
Wat is de betekenis van: ik ga naar huis ?
A
Je rentre
B
Le soir
C
Facile
D
Les maths
Slide 11 - Quiz
Wat is de betekenis van: de avond?
A
Difficile
B
Le soir
C
Facile
D
Le cours
Slide 12 - Quiz
Wat is de betekenis van: moeilijk?
A
Le matin
B
L'heure
C
Facile
D
Difficile
Slide 13 - Quiz
Wat is de betekenis van: vandaag?
A
Le matin
B
L'heure
C
Aujourd'hui
D
après midi
