Herhalingsles tijdvak 4

Herhalingsles tijdvak 4
Brugklas GAH
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Herhalingsles tijdvak 4
Brugklas GAH

Slide 1 - Diapositive

Vroege middeleeuwen
Late middeleeuwen
Leenstelsel
Markten en handel
Hanze
Gilden
Karel de Grote
Hofstelsel
Zelfvoorzienend
Steden

Slide 2 - Question de remorquage

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

In de middeleeuwen ontstaan steden op?
A
Drukke handelskruispunten
B
Steden waren er toen al lang
C
Alleen bij rivieren
D
geen antwoord is goed

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Herken jij het juiste gilde?
Sleep het juist beroep naar de juiste afbeelding
Schoenmakers-gilde
Slagers-gilde
Bakkers-gilde
Kleermakers-gilde

Slide 8 - Question de remorquage

De gilden hadden regels waaraan de leden zich moesten houden. Welke regel was geen gilderegel?
A
Gildeleden moesten zich houden aan afspraken over werktijden, prijs en kwaliteit.
B
Gildeleden betaalden mee aan de bouw van een kathedraal.
C
Leden van een gilde haalden belasting op voor het stadbestuur.
D
Leden van een gilde steunden elkaar bij ziekte of overlijden.

Slide 9 - Quiz

Het gilde controleert de kwaliteit en de prijs van de producten die de gildeleden maken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Wat is een gilde?
A
Groep mensen met verschillende beroepen, zodat er altijd voldoende producten waren.
B
Organisatie van mensen met hetzelfde beroep die elkaar controleerden en voor elkaar opkwamen.
C
Een groep huisvrouwen die zorgden voor wol en stof.

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Wat was de belangrijkste functie van middeleeuwse markten?
A
Oorlogsstrategieën plannen
B
Religieuze functie
C
Politieke functie
D
Handel drijven en goederen ruilen

Slide 14 - Quiz

Hoe werd er in de middeleeuwen betaald op een markt.
A
vooral door banktransacties
B
vooral met muntgeld
C
vooral door spullen te ruilen
D
vooral via cheques

Slide 15 - Quiz

welke producten verkochten boeren in de middeleeuwen op een markt?
A
Eieren
B
Stoelen
C
Tafels
D
Kaas

Slide 16 - Quiz

Welke uitspraak over middeleeuwse steden is juist?
A
De kerk was het grootste gebouw in de Middeleeuwse stad.
B
Jaarmarkten duurden wel een jaar.
C
Steden werden door de adel gesticht
D
Het marktplein lag vaak aan de rand van de stad.

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

De hoogste sociale laag in een middeleeuwse stad waren de rijke kooplieden en ambachtslieden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Wat zijn schepenen?
A
Ander woord voor burgemeesters
B
Die zorgen voor het bestuur en de rechtspraak
C
Zei controleerden en adviseerden het stadbestuur
D
Burgers in een stad

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Diapositive

Wat is een kathedraal?
A
Hoofdkerk van een bisdom
B
Een hoge kerk
C
De belangrijkste kerk in de stad
D
Kerken met een bepaalde bouwstijl

Slide 25 - Quiz